Aanleiding en voorgeschiedenis
De onroerende voorheffing is een gewestbelasting, gevestigd op het kadastraal inkomen van onroerende goederen: gronden, woningen, gebouwen en sommige bedrijfsuitrusting.
Gemeenten en provincies kunnen opcentiemen vestigen op de gewestelijke basisbelasting. De opcentiemen worden samen met de basisbelasting ingevorderd door de Vlaamse Belastingdienst en later doorgestort naar de provincies en de gemeenten.
Feiten, context en argumentatie
De gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing worden voor het dienstjaar 2025 vastgesteld op 1.008 opcentiemen.
Bevoegdheid en juridische grond
- de grondwet, in het bijzonder artikel 170 §4
- het gecoördineerde wetboek op de inkomstenbelasting 1992, in het bijzonder artikel 464/1 §1
- het decreet van 13 december 2013 houdende Vlaamse codex fiscaliteit, in het bijzonder artikel 2.1.4.0.2 en 3.1.0.0.4
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40 en 41
- de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit
Financiële gevolgen
Gelet op de financiële toestand van de gemeente.
De te boeken ontvangsten zijn voorzien in het éénjarig meerjarenplan 2025.
Bijlagen
Fractie N-VA dient volgend amendement in:
Amendement, wijziging:
"Goede avond directeur ,
Wat betreft de gemeenteraad van morgenavond zou onze fractie burgerbelangen 2 amendementen willen indienen.
Het lukt mij niet via de eNotulen (annotaties), vandaar dat ik mij tot U richt.
Op punt 6 : gemeentelijke opcentiemen op de OV – AJ 2025 - vaststelling
Hier zouden we een amendement willen indienen om het niveau van deze belasting te verlagen naar 945, het niveau van Ruiselede"
Stemming over de amendementen van fracties N-VA en Burgerbelangen
Afgekeurd met 6 stemmen voor en 17 stemmen tegen.
Besluit
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2025 worden ten bate van de gemeente 1.008 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.