Aanleiding en voorgeschiedenis
De rechtspositieregeling voor het personeel van gemeente en OCMW, laatst gewijzigd bij besluit van college van burgemeester en schepenen en het vast bureau in zitting van 20 juli 2020, dient te worden aangepast aan het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021.
Feiten, context en argumentatie
In het nieuwe (mini-)Rechtspositiebesluit worden voor het personeel van lokale besturen drie belangrijke zaken geregeld worden:
Een aantal personeelsmaatregelen om de gevolgen van de corona-crisis te verzachten
Deze bepalingen moeten niet opgenomen worden in de lokale rechtspositieregeling (RPR): ze zullen hoe dan ook van toepassing zijn, of het bestuur die bepalingen nu opneemt of niet. Bovendien gaat het om tijdelijke maatregelen, die dus na enige tijd verouderd en niet meer relevant zullen zijn. De laatste bepaling gaat over de eventuele aanvulling op de tijdelijke werkloosheidsuitkering. Indien het bestuur daarvoor kiest, gaat het wel om rechten en plichten van het personeel die een lokale beslissing vergen.
Verlof voor pleegzorg voor het statutair personeel, in navolging van de verlofregeling voor contractanten
Cf. Voor het contractueel personeelslid geldt bijna dezelfde regeling, met dit verschil dat zijn loon wel geplafonneerd wordt en dat hij ten laste van de RVA komt. Bovendien geldt voor de contractant nog een beperking tot maximum 6 dagen per gezin per jaar
De bepalingen over het pleegzorg voor statutair personeel hoeven niet opgenomen worden in de lokale rechtspositieregeling (RPR): ze zullen hoe dan ook van toepassing zijn, of het bestuur die bepalingen nu opneemt of niet. Voor de duidelijkheid verkiezen sommige besturen om deze bepalingen wel op te nemen. Het is daarbij belangrijk om weten dat er lokaal nauwelijks onderhandelingsruimte is, tenzij het bestuur beslist om het opvangverlof in een aaneengesloten periode op te laten nemen. Enkel in dat geval zal er nog met de vakorganisaties onderhandeld moeten worden (wetgeving vakbondsstatuut).
De mogelijkheid voor besturen om medewerkers vrijwillig vakantiedagen en/of de eindejaarstoelage en/of de fietsvergoeding in te laten ruilen tegen voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit
Kunnen ingeruild worden voor allerhande vormen van fietsmobiliteit:
Het gaat om een mogelijkheid waarvan lokale besturen kunnen gebruik maken. Bovendien beslist het personeelslid zelf of het zijn bestaande voordelen in vakantiedagen, eindejaarstoelage of fietsvergoeding, inruilt voor voordelen in het kader van fietsmobiliteit (vrijwillig karakter).
Het bestuur bepaalt de nadere regels in de plaatselijke rechtspositieregeling, maar in de schoot van het Comité C1 zal, op vraag van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en van de Federale Overheidsdienst Financiën, een model uitgewerkt worden.
Redactionele wijzigingen
Andere aanpassingen betreffen tekstuele verbeteringen, waaronder ook aanpassingen met betrekking tot de aanwervingsprocedure.
Adviezen
In toepassing van art. 171, §4 decreet lokaal bestuur maakt de algemeen directeur in overleg met het managementteam een voorontwerp van de lokale rechtspositieregeling op. Het MAT gaf positief advies in zitting van 28 mei 2021.
Het BOC/HOC ging door op 17 juni 2021. Er is een protocol van akkoord met ACV Openbare Diensten zoals in bijlage opgenomen.
Bevoegdheid en juridische grond
- het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de OCMW's en de provincies
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 20 juli 2020 en het besluit van het vast bureau van 20 juli 2020 waarbij de gezamenlijke rechtspositieregeling van het personeel van gemeente en OCMW Wingene
Financiële gevolgen
/
Bijlagen
- ontwerpversie gezamenlijke rechtspositieregeling van het personeel van gemeente en OCMW Wingene
- protocol van akkoord van het bijzonder onderhandelingscomité (met opmerking) van 17 juni 2021
Besluit
Enig artikel
Het college van burgemeester en schepenen stelt de gecoördineerde versie van de gezamenlijke rechtspositieregeling gemeente en OCMW vast naar aanleiding van de uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 en voegt deze toe als bijlage bij dit besluit om er integraal deel van uit te maken. Deze gezamenlijke rechtspositieregeling gemeente en OCMW is conform artikel 186, § 1, 2e lid van het decreet over het lokaal bestuur, van rechtswege van toepassing op OCMW-medewerkers met een functie die ook bij de gemeente bestaat.