Aanleiding en voorgeschiedenis
In zitting van 28 januari 2019 stelde de OCMW-raad de deontologische code voor mandatarissen vast, in toepassing van artikel 39 en 74 van het decreet lokaal bestuur (hierna DLB).
Door een wijziging van het DLB moeten vanaf 2 maart 2023 alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie hebben er één oprichten. Dat moet zowel in de gemeente als in het OCMW. Dit kan op eenvoudige wijze door de toevoeging van een addendum aan de deontologische code, dat handelt over de oprichting van een deontologische commissie voor OCMW-raadsleden.
Feiten, context en argumentatie
De decreetwijziging bepaalt in hoofdzaak dat:
- de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk een deontologische commissie moeten oprichten.
- de deontologische codes van zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn regels moeten bevatten over de deontologische commissie, meer bepaalde over de samenstelling, werking en bevoegdheid.
- de deontologische commissie van de gemeenteraad en die van de OCMW-raad bestaan beiden minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.
Om hierin te voorzien, kan de OCMW-raad op eenvoudige wijze een addendum toevoegen aan de bestaande deontologische code, waarin deze bepalingen opgenomen zijn.
Het toe te voegen addendum behandelt een hoofdstuk over de naleving en handhaving van de gedragscode voor OCMW-raadsleden en omvat onder meer:
- de oprichting en samenstelling van een deontologische commissie: elke fractie is vertegenwoordigd door 1 lid, aan te duiden middels voordrachtakte. De voorzitter van de OCMW-raad is toegevoegd commissielid, als voorzitter van de commissie;
- werking en bevoegdheid van de deontologische commissie;
- formele procedures bij vermoeden of vaststellen van schendingen.
Concreet zijn artikelen 32 tot en met 36 van de initiële gedragscode van 28 januari 2019 te vervangen en aan te vullen door de nieuwe artikelen 32 tot en met 41, opgenomen in bijlage.
Voor de leesbaarheid en toegankelijkheid van het document is het aangewezen om na toevoeging van het addendum over te gaan tot de coördinatie van de gedragscode.
De OCMW-raad is bevoegd voor de vaststelling van dit addendum en de coördinatie van de deontologische code voor OCMW-raadsleden.
Nadien kan de OCMW-raad overgaan tot de samenstelling van de commissie, op aanvaarding van de voordrachtaktes ingediend door de fracties vertegenwoordigd in de OCMW-raad.
Ook al is het juridisch nodig dat zowel de gemeente als het OCMW een aparte deontologische code en commissie hebben, is het toch aanbevolen om deze maximaal op elkaar af te stemmen. Het komt de duidelijkheid, de expertise van de leden en de praktische werking ten goede als de gemeentelijke deontologische commissie en die van het OCMW samengesteld zijn uit dezelfde mensen en gelijkaardige bevoegdheden en werkingsregels hebben.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 39, 74, 83 en 112
- het besluit van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 januari 2019 over de vaststelling van de deontologische code voor mandatarissen
Financiële gevolgen
/
Bijlagen
- deontologische code mandatarissen van 28 januari 2019
- toe te voegen addendum bij de deontologische code mandatarissen over het hoofdstuk naleving en handhaving van de deontologische code, artikelen 32 tot en met 41
- gecoördineerde versie van de deontologische code na toevoeging van het addendum
Besluit
Artikel 1
De OCMW-raad voegt een addendum toe aan de deontologische code mandatarissen, handelend over de oprichting, samenstelling en werking van de deontologische commissie voor de OCMW-raad. Dit addendum vervangt de artikelen 32 tot en met 36 van de initiële gedragscode van 28 januari 2019 door de nieuwe artikelen 32 tot en met 41.
Artikel 2
De raad stelt de coördinatie van de deontologische code voor OCMW-raadsleden vast, met de opname van het addendum zoals in bijlage toegevoegd. Deze bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt onmiddellijk in werking.