Aanleiding en voorgeschiedenis
De gemeenteraad heeft op 16 december 2019 machtiging verleend aan het college van burgemeester en schepenen om retributies en de voorwaarden ervan vast te stellen.
Naast het algemeen retributiereglement bestaan er nog 2 afzonderlijke retributiereglementen:
- de retributieverordening op het parkeren in blauwe zone van 28 september 2015 en
- het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein van 16 december 2019.
Alle overige retributies zijn gebundeld in een algemeen gemeentelijk retributiereglement, laatst vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen op 20 december 2021, met ingang vanaf 1 januari 2022. Door enkele tariefwijzigingen is een nieuwe vaststelling van het algemeen retributiereglement noodzakelijk.
De wijzigingen zijn een gevolg van:
- Aanpassing tarieven en inningswijze voor gemeentelijke socio-culturele gebouwen en feestmateriaal. De tarieven voor gebouwen zijn voortaan per uur in plaats van per dagdeel van 4 uur. Reserveren kan voor minimaal per 2 uur voor alle activiteiten, behalve voor de voorbereiding, stockage en opruimen, waarvoor de verenigingen onmiddellijk per uur kunnen reserveren. De inning gebeurt via facturatie achteraf in plaats van online vooraf.
- Aanpassing bibliotheek voor het interbibliothecair leenverkeer van 1 euro naar 3 euro. Deze prijsstijging komt er op aansturen van Midwest, na een grondige herziening van het interbibliothecair leenverkeer en voor een eenvormige tarifering binnen alle Midwest besturen.
- indexatie tarief conformiteitsattest woningen: deze indexering is pas doorgegeven net na de vaststelling van de laatste aanpassing van het retributiereglement.
Feiten, context en argumentatie
Het reglement vestigt een retributie op volgende prestaties:
De retributie is telkens verschuldigd door de gebruiker van de dienst. De inning gebeurt contant of via factuur, en dit in functie van de praktische mogelijkheden.
Bevoegdheid en juridische grond
- de grondwet, artikel 170, §4, eerste lid
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 41, tweede lid, 14°
- de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit
- de gemeenteraadsbeslissing van 16 december 2019 omtrent de machtiging aan het college voor het vaststellen van retributies en de voorwaarden ervan.
- de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 20 december 2021 over de vaststelling van het algemeen gemeentelijk retributiereglement.
Financiële gevolgen
De ontvangsten uit retributies zijn opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025.
Bijlagen
- 20211220_DO_algemeen_gemeentelijk_retributiereglement (op te heffen vanaf 01/09/2022)
- 20210822_DO_algemeen_gemeentelijk_retributiereglement (nieuw vanaf 01/09/2022)
- motivatie vanuit Midwest voor de aanpassing van het tarief voor het interbibliothecair leenverkeer in de bibliotheek van 1 euro naar 3 euro
Besluit
Artikel 1
Het college van burgemeester en schepenen stelt het algemeen gemeentelijk retributiereglement vast. Het nieuwe algemeen gemeentelijk retributiereglement is toepasbaar vanaf 1 september 2022. De bijlage "algemeen gemeentelijk retributiereglement 2022" maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 2
Bij niet-betaling kan het college van burgemeester en schepenen overgaan tot de opschorting van de dienst waarvoor de retributie verschuldigd is.
Artikel 3
Bij niet-betaling van betwiste retributies dient de invordering te gebeuren via de burgerlijke rechtspleging.
Artikel 4
Dit reglement vervangt het algemeen retributiereglement van 20 december 2021 en heft het op vanaf 1 september 2022.