Aanleiding en voorgeschiedenis
De notulen van de vorige vergadering zijn ter beschikking van de gemeenteraadsleden. Zij kunnen er kennis van nemen via eNotulen. Het verslag van de vorige raad ligt telkens ter goedkeuring voor.
Feiten, context en argumentatie
De notulen van de vorige vergadering zijn ter beschikking van de gemeenteraadsleden. Zij kunnen er kennis van nemen via eNotulen. Het verslag van de vorige raad ligt telkens ter goedkeuring voor.
Elk raadslid heeft het recht tijdens de zitting opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen aangepast. Als er geen opmerkingen zijn, beschouwt men de notulen als goedgekeurd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend.
Bevoegdheid en juridische grond
- de omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 32
- het huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad, vastgesteld in zitting van 28 januari 2019 en laatst gewijzigd in zitting van 22 november 2021
Bijlagen
- verslag vorige zitting 22 november 2021
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het verslag van de zitting van 22 november 2021 goed.
Aanleiding en voorgeschiedenis
DVV Midwest nodigt de gemeente uit tot de algemene vergadering op dinsdag 21 december 2021 om 18.00 uur. Als deelnemer in de dienstverlenende vereniging Midwest, is het bestuur vertegenwoordigd in de algemene vergadering.
Feiten, context en argumentatie
De gemeenteraad moet beslissen over de goedkeuring van de agenda van de algemene vergadering en over het mandaat van haar vertegenwoordigers. De heer Willy Vermeersch en mevrouw Katrien Delodder zijn eerder door de raad aangeduid als respectievelijk effectief en plaatsvervangend afgevaardigde, en hun aanstelling kan bestendigd worden voor deze algemene vergadering.
Op de agenda staat:
1. Goedkeuring verslag algemene vergadering 29 juni 2021
2. Benoemen bestuurder Ruiselede in raad van bestuur
3. Vaststellen bijdrage gemeenten 2022
4. Jaarplanning 2022
5. Budget 2022
6. Varia
7. Volgende Algemene Vergadering
Na onderzoek van alle stukken horend bij de agenda, blijkt dat er geen bezwaar is om de punten goed te keuren.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41 en 432
- het gemeenteraadsbesluit van 27 november 2017 over de deelname aan de oprichting van de dienstverlenende vereniging Midwest
- het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019 over de aanstelling van vertegenwoordigers in de algemene vergadering van DVV Midwest
- de statuten van DVV Midwest, laatst gewijzigd op 18 december 2018 bij besluit van de algemene vergadering
Bijlagen
- agenda van de algemene vergadering op 21 december 2021 van DVV Midwest
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de agenda van de algemene vergadering van DVV Midwest die doorgaat op dinsdag 21 december 2021.
Artikel 2
De vertegenwoordiger en de plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente aangeduid bij raadsbeslissing van 28 januari 2019, zijn afgevaardigd naar deze algemene vergadering van DVV Midwest, namelijk raadslid de heer Willy Vermeersch als effectief vertegenwoordiger en raadslid mevrouw Katrien Delodder als plaatsvervangend vertegenwoordiger.
Artikel 3
De afgevaardigde gemeentelijke vertegenwoordigers krijgen opdracht om hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in dit raadsbesluit en als dusdanig de punten op de agenda van de algemene vergadering van 21 december 2021 van DVV Midwest goed te keuren.
Artikel 4
Het College van Burgemeester en Schepenen is belast met de uitvoering van deze beslissing, onder meer de kennisgeving aan DVV Midwest, Spanjestraat 141, 8800 Roeselare.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Op de agenda van de buitengewone algemene vergadering van de WVI van 15 december 2021 staat het ontslag van 2 bestuurders (mevrouw Rita Demaré (Hooglede) en de heer Dirk Verwilst (Meulebeke) alsook de benoeming van 2 bestuurders. De gemeenteraad van Wingene kan een kandidaat-bestuurder voordragen.
De raad van bestuur is samengesteld uit 15 leden (artikel 20 statuten WVI). De 15 leden worden verdeeld onder de deelnemers op voordracht van houders aandelen A. Per regio worden 5 mandaten toegekend (artikel 21 statuten WVI). Zij worden bij geheime stemming benoemd door de algemene vergadering.
Binnen WVI dv maakt Wingene deel uit van de regio Roeselare-Tielt samen met 17 andere gemeenten. Deelnemers met meer dan 8000 aandelen zijn zeker van minstens één mandaat in de raad van bestuur. Dit zijn Izegem, Roeselare en Tielt. De overige 14 gemeenten kunnen gezamenlijk 2 mandaten voordragen.
Feiten, context en argumentatie
De fracties dienden een voordracht in als volgt:
Fractie CD&V
- effectieve kandidaat: Lieven Huys
Fractie Burgerbelangen
- effectieve kandidaat: Fabienne Allaert
Fractie N-VA
- effectieve kandidaat: Pieter-Jan Verhoye
Voor de geheime stemming kan elk raadslid 1 stem uitbrengen. De kandidaat met de meeste stemmen wordt voorgedragen als kandidaat-bestuurder van WVI dv.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 34, 41 en 432
- de statuten van WVI dv, laatst vastgesteld door de buitengewone algemene vergadering van 27 juni 2019
Bijlagen
Kandidaat effectief bestuurder Lieven Huys behaalt 17 ja-stemmen, 3 neen-stemmen en 3 onthoudingen.
Kandidaat effectief bestuurder Fabienne Allaert behaalt 5 ja-stemmen, 17 neen-stemmen en 1 onthouding.
Kandidaat effectief bestuurder Pieter-Jan Verhoye behaalt 3 ja-stemmen, 18 neen-stemmen en 2 onthoudingen.
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad draagt de heer Lieven Huys voor als kandidaat-bestuurder in de raad van bestuur van WVI dv.
Artikel 2
WVI dv, Baron Ruzettelaan 35, 8310 Brugge, ontvangt een afschrift van deze beslissing.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De Politiezone Regio Tielt heeft, analoog aan de gemeentelijke werking, een financieel meerjarenplan 2020-2025 opgemaakt. Hieruit volgt ook de gemeentelijke dotatie voor het budget 2022. Vooraleer het budget 2022 kan goedgekeurd worden in de politieraad, dienen de betrokken gemeenteraden hun goedkeuring te geven over de gevraagde gemeentelijke dotatie.
Feiten, context en argumentatie
Dotatie politiezone regio Tielt
De voorgestelde dotatie voor de gemeente Wingene bedraagt 1.004.377 euro, verdeeld over 876.312 euro exploitatietoelage en 128.065 euro investeringstoelage. Er werd door politiecollege beslist om de gemeentelijke toelagen verder te laten stijgen met 2% per jaar (de uitzonderlijke correctie in 2018 en 2019 niet meegerekend). De evolutie van de gemeentelijke dotaties is als volgt:
2005 | 535.721 euro |
2006 | 546.435 euro |
2007 | 612.007 euro |
2008 | 747.071 euro |
2009 | 799.622 euro |
2010 | 799.662 euro |
2011 | 823.248 euro |
2012 | 823.248 euro |
2013 | 840.416 euro |
2014 | 857.225 euro |
2015 | 874.370 euro |
2016 | 891.858 euro |
2017 | 909.695 euro |
2018 | 927.889 euro |
2018 (begrotingswijziging) | 749.200 euro |
2019 | 749.200 euro |
2020 | 965.376 euro |
2021 | 984.683 euro |
2022 | 1.004.377 euro |
Bevoegdheid en juridische grond
- de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in het bijzonder artikel 40
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- de omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002, houdende administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones – wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002
- besluit van de zoneraad Politiezone regio Tielt van 27 oktober 2021 met betrekking tot de opmaak van het budget voor 2022
Financiële gevolgen
De totale toelage (exploitatie- en investeringstoelage samen) bedraagt 1.004.377 euro.
De nodige kredieten zijn voorzien in het meerjarenplan 2020 via:
MJP000006 Politiezone Regio Tielt - werkingstoelage
actie: 01.01.02 We werken aan integrale veiligheid samen met partnerbesturen
verantwoordelijke dienst: Financiën
Er is 876.312 euro beschikbaar.
en
MJP001662 Politiezone Regio Tielt - investeringstoelage
actie: 01.01.02 We werken aan integrale veiligheid samen met partnerbesturen
verantwoordelijke dienst: Financiën
Er is 128.065 euro beschikbaar.
Bijlagen
- brief gemeentelijke dotaties aan de Politiezone Regio Tielt
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad besluit de politiedotatie 2022 van de politiezone regio Tielt vast te stellen op 1.004.377 euro, verdeeld over 876.312 euro werkingstoelage en 128.065 euro investeringstoelage.
Artikel 2
De gemeenteraad besluit een afschrift te sturen aan:
- Gouverneur van West-Vlaanderen, Dienst politionele veiligheid – FAC Kamgebouw – Koning Albert –I-Laan 1/5 bus 6 – 8200 Brugge
- Bestuurszaken Vlaanderen, afdeling West-Vlaanderen, Dienst financiën van het Vlaams Gewest, Burg 4, 8000 Brugge
- Voorzitter van de Politiezone Regio Tielt, Grote Hulststraat 6, 8700 Tielt
- De Korpschef van de Politiezone Regio Tielt, Grote Hulststraat 6, 8700 Tielt
Aanleiding en voorgeschiedenis
Vanaf 2022 zal de gemeentelijke trajectcontrole in het centrum van Wingene operationeel zijn. De politiezone Regio Tielt zal instaan voor de vaststelling van de daaruit voortvloeiende GAS 5-boetes. De politiezone nam hiervoor een extra personeelslid aan en kocht de nodige software en hardware om deze overtredingen te kunnen vaststellen en verwerken. Voor 2022 is er daarom een extra dotatie aan de politiezone door de gemeente Wingene noodzakelijk.
Feiten, context en argumentatie
De extra gemeentelijke dotatie voor 2022 is vastgesteld op 68.833,88 euro. Wanneer in de toekomst nog andere gemeenten uit de zone gebruik maken van het extra personeelslid of de soft- of hardware, dan zal die toelage onder de deelnemende gemeenten verdeeld worden.
Bevoegdheid en juridische grond
- de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, in het bijzonder artikel 40
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Financiële gevolgen
De totale kostprijs bedraagt 68.833,88 euro.
De nodige kredieten zijn na aanpassing van het meerjarenplan voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 via:
MJP001767 Politiezone Regio Tielt - extra dotatie GAS5
actie 01.01.02 We werken aan integrale veiligheid samen met partnerbesturen
verantwoordelijke dienst: Financiën
Er was in de huidige versie van het meerjarenplan 45.000 euro voorzien voor de aanwerving van een personeelslid bij de politiezone.
Er is, na aanpassing meerjarenplan op 13/12/2021 van +23.833,88 euro, 68.833,88 euro beschikbaar in 2022.
Bijlagen
- brief dotatie ANPR Wingene
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad stelt de dotatie 2022 voor de Politiezone Regio Tielt voor de vaststelling van lichte snelheidsovertredingen (GAS 5) binnen het gemeentelijk ANPR-traject vast op 68.833,88 euro.
Artikel 2
De gemeenteraad besluit een afschrift te sturen aan:
- Gouverneur van West-Vlaanderen, Dienst politionele veiligheid – FAC Kamgebouw – Koning Albert –I-Laan 1/5 bus 6 – 8200 Brugge
- Bestuurszaken Vlaanderen, afdeling West-Vlaanderen, Dienst financiën van het Vlaams Gewest, Burg 4, 8000 Brugge
- Voorzitter van de Politiezone Regio Tielt, Grote Hulststraat 6, 8700 Tielt
- De Korpschef van de Politiezone Regio Tielt, Grote Hulststraat 6, 8700 Tielt
Aanleiding en voorgeschiedenis
De jaarrekening 2020 werd vastgesteld door de gemeenteraad van 28 juni 2021 en werd vervolgens voor nazicht overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur en de provinciegouverneur van West-Vlaanderen.
Feiten, context en argumentatie
Het nazicht van dit beleidsrapport heeft niet geleid tot formele opmerkingen, maar wel tot enkele technische bemerkingen. Deze bemerkingen zullen worden meegenomen voor de opmaak van de volgende jaarrekeningen.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 332, §1, derde lid
Bijlagen
- brief goedkeuring jaarrekening
- brief besluit jaarrekening
- technische opmerkingen jaarrekening
Besluit
Enig Artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring op 3 november 2021 van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2020 door de provinciegouverneur.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De gemeenteraad stelt zijn strategisch meerjarenplan en de bijhorende aanpassingen 2020-2025 vast. In de BBC (beheers- en beleidscyclus) wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het meerjarenplan vormt immers de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de komende zes jaar.
Feiten, context en argumentatie
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld. Dit meerjarenplan wordt minimaal één keer per jaar aangepast.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De ramingen, die het bestuur voor het boekjaar 2021 en 2022 in het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, omvatten ook de kredieten voor dat jaar. In het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW worden afzonderlijke kredieten per rechtspersoon ingeschreven. De gemeente en het OCMW blijven immers twee afzonderlijke budgettaire entiteiten. De kredieten worden duidelijk toegewezen aan elke rechtspersoon afzonderlijk, ook al wordt het beleid van beide als één geheel voorgesteld.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing aan het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
- de gemeenteraad stelt zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
- vervolgens stelt de raad voor maatschappelijk welzijn zijn deel van de aanpassing het meerjarenplan vast;
- de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld en keurt bijgevolg de geïntegreerde aanpassing aan het beleidsrapport strategisch meerjarenplan 2020-2025 goed.
Het ontwerp van de aanpassing het meerjarenplan werd minstens 14 dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de raad bezorgd zoals opgenomen in de bepalingen van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Het ontwerp van de aanpassing meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Wijzigingen van de strategische nota
• Aangepaste financiële nota
o Aangepast financieel doelstellingenplan (M1);
o Aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2);
o Aangepast overzicht van de kredieten (M3).
• Aangepaste toelichting
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Evolutie financiële schulden (T4);
o Financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is
• Motivering van de wijzigingen
• Documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is beschikbaar op de website van de gemeente.
In het meerjarenplan worden ook de kredieten voor nominatieve toelagen vastgelegd. De gemeenteraad is bevoegd voor het goedkeuren van nominatieve toelagen. Een overzicht van alle gemeentelijke toelagen is raadpleegbaar bij de documentatie op de gemeentelijke website. Als bijlage bij dit agendapunt is ook het overzicht raadpleegbaar van alle nominatieve toelagen. De gemeenteraad kan op die manier de nominatieve toelagen voor het jaar 2022 goedkeuren voor uitbetaling. De uitbetaling kan dan gebeuren in de loop van het jaar 2022. Deze uitbetaling kan zonder specifieke reden zijn, of nadat de activiteit die gesubsidieerd wordt is doorgegaan.
Toelichting door de financieel directeur.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
- het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- de omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
- de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
- het besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2019 waarbij het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad werd vastgesteld
- het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld
- het gunstig advies van het managementteam van 26 november 2021
Financiële gevolgen
Het meerjarenplan van gemeente en OCMW voldoet aan de voorwaarden omtrent het financieel evenwicht:
- het budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief
- de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul
Het meerjarenplan voor gemeente en OCMW samen, voldoet hiermee aan de opgelegde voorwaarden.
Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor gemeente en OCMW in 2025 is positief, waarmee ook aan de niet bindende voorwaarde voor het financieel evenwicht is voldaan
Bijlagen
- Tweede aanpassing van het meerjarenplan gemeente 2020-2025
- Overzicht nominatieve toelagen 2022.
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad stelt de eerste aanpassing van het meerjarenplan, deel gemeente, 2020-2025 vast.
Artikel 2
Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat van gemeente en OCMW bedraagt:
in 2020: 11.317.695 euro
in 2021: 6.730.325 euro
in 2022: 6.174.626 euro
in 2023: 6.832.007 euro
in 2024: 2.296.829 euro
in 2025: 1.939.289 euro
De geraamde autofinancieringsmarge van gemeente en OCMW bedraagt in 2025: 336.212 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van gemeente en OCMW bedraagt in 2025: 360.977 euro.
Artikel 3
De aangepaste kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2021 (M3) worden vastgesteld:
Totaal exploitatie-uitgaven: 15.633.766 euro
Totaal exploitatie-ontvangsten: 18.003.666 euro
Totaal investeringsuitgaven: 9.506.244 euro
Totaal investeringsontvangsten: 1.901.832 euro
Totaal financieringsuitgaven: 1.208.215 euro
Totaal financieringsontvangsten: 590.490 euro
Artikel 4
De kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2022 (M3) worden vastgesteld:
Totaal exploitatie-uitgaven: 15.980.287 euro
Totaal exploitatie-ontvangsten: 18.048.004 euro
Totaal investeringsuitgaven: 9.423.023 euro
Totaal investeringsontvangsten: 388.023 euro
Totaal financieringsuitgaven: 1.055.770 euro
Totaal financieringsontvangsten: 8.240.725 euro
Artikel 5
De gemeenteraad keurt de nominatieve toelagen voor het jaar 2022, zoals voorzien in het meerjarenplan, goed. De uitbetaling kan gebeuren in de loop van het jaar 2022. Deze uitbetaling kan zonder specifieke reden zijn, of nadat de activiteit die gesubsidieerd wordt is doorgegaan.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De gemeenteraad keurt het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW goed. In de BBC (beleids- en beheerscyclus) wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het meerjarenplan vormt immers de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de komende zes jaar en wordt minstens één keer per jaar aangepast.
Feiten, context en argumentatie
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld. Dit meerjarenplan wordt minstens één keer per jaar aangepast.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De ramingen, die het bestuur voor de boekjaren 2021 en 2022 in het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, omvatten ook de kredieten voor dat jaar. In het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW worden afzonderlijke kredieten per rechtspersoon ingeschreven. De gemeente en het OCMW blijven immers twee afzonderlijke budgettaire entiteiten. De kredieten worden duidelijk toegewezen aan elke rechtspersoon afzonderlijk, ook al wordt het beleid van beide als één geheel voorgesteld.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan werd minstens 14 dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken bezorgd aan ieder lid van de raad volgens de bepalingen opgenomen in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
- de gemeenteraad stelt zijn deel van de aanpassing het meerjarenplan vast;
- vervolgens stelt de raad voor maatschappelijk welzijn zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
- de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld en stelt het geïntegreerd beleidsrapport aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 vast.
Het ontwerp van meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Wijzigingen van de strategische nota
• Aangepaste financiële nota
o Aangepast financieel doelstellingenplan (M1);
o Aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2);
o Aangepast overzicht van de kredieten (M3).
• Aangepaste toelichting
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Evolutie financiële schulden (T4);
o Financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is
• Motivering van de wijzigingen
• Documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is beschikbaar op de website van de gemeente.
Toelichting door de financieel directeur.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
- het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- de omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
- de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
- het besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2019 betreffende het vaststellen van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, laatst gewijzigd in zitting van 22 november 2021
- het gunstig advies van het managementteam van 26 november 2021
Financiële gevolgen
Het meerjarenplan van gemeente en OCMW voldoet aan de voorwaarden omtrent het financieel evenwicht:
- het budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief.
- de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
Het meerjarenplan voor gemeente en OCMW voldoet hiermee aan de opgelegde voorwaarden.
Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor gemeente en OCMW in 2025 is positief, waarmee ook aan de niet bindende voorwaarde voor het financieel evenwicht is voldaan.
Bijlagen
- Tweede aanpassing van het meerjarenplan gemeente en OCMW 2020-2025
Besluit
Artikel 1
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW wordt goedgekeurd en bijgevolg wordt het geïntegreerd beleidsrapport aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld.
Artikel 2
Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat van gemeente en OCMW bedraagt:
in 2020: 11.317.695 euro
in 2021: 6.730.325 euro
in 2022: 6.174.626 euro
in 2023: 6.832.007 euro
in 2024: 2.296.829 euro
in 2025: 1.939.289 euro
De geraamde autofinancieringsmarge van gemeente en OCMW bedraagt in 2025: 336.212 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van gemeente en OCMW bedraagt in 2025: 360.977 euro.
Artikel 3
Het geraamde geconsolideerde beschikbaar budgettair resultaat van gemeente, OCMW en AGB bedraagt:
in 2020: 11.808.454 euro
in 2021: 7.012.428 euro
in 2022: 6.654.913 euro
in 2023: 6.832.020 euro
in 2024: 2.332.185 euro
in 2025: 1.968.824 euro
De geraamde geconsolideerde autofinancieringsmarge van gemeente, OCMW en AGB bedraagt in 2025: 340.392 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van gemeente, OCMW en AGB bedraagt in 2025: 365.157 euro.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De gemeenteraad keurt het strategisch meerjarenplan 2020-2025 van het AGB goed. In de BBC wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het meerjarenplan vormt immers de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de komende zes jaar en wordt minstens één keer per jaar aangepast.
Feiten, context en argumentatie
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De autonome gemeentebedrijven maken hun meerjarenplannen op volgens hetzelfde concept en dezelfde logica als hun moederbesturen. Dat komt de herkenbaarheid voor de raadsleden, de transparantie en de democratische controle ten goede en maakt het ook makkelijker om te werken met een geïntegreerde planning over de verschillende entiteiten heen die in een bepaalde gemeente actief zijn.
De raad van bestuur stelt het meerjarenplan en de aanpassingen ervan vast en legt ze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad. De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering in het lopende en eerstvolgende jaar van de financiële nota van het meerjarenplan omvatten ook de kredieten voor dat boekjaar (art. 242 Decreet lokaal bestuur).
Om de definitieve cijfers voor het AGB te kunnen opnemen in de tweede aanpassing van het meerjarenplan van het moederbestuur is het aangewezen dat de vaststelling/goedkeuring van de tweede aanpassing van het meerjarenplan van het AGB plaats vindt voor de vaststelling van de tweede vaststelling van het meerjarenplan gemeente en het OCMW.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
• de raad van bestuur stelt de tweede aanpassing van het strategisch meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte de tweede aanpassing van het strategisch meerjarenplan AGB goed.
Het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan AGB werd aan ieder lid van de raad van bestuur bezorgd volgens de bepalingen opgenomen in het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur AGB en het decreet lokaal bestuur. Concreet betekent dit dat het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan minstens 14 dagen vooraf aan de leden van de RvB moet worden bezorgd (art. 249,§2 DLB samen met art. 241).
Het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Wijzigingen van de strategische nota
• Aangepaste financiële nota
o Aangepast financieel doelstellingenplan (M1);
o Aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2);
o Aangepast overzicht van de kredieten (M3).
• Aangepaste toelichting
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Evolutie financiële schulden (T4);
o Financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is
• Motivering van de wijzigingen
• Documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is beschikbaar op de website van de gemeente.
Toelichting door de financieel directeur
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
- het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
- de omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
- de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
- de statuten van het AGB, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2018
- het besluit van de raad van bestuur AGB van 28 januari 2019 waarbij het huishoudelijk reglement voor de raad van bestuur AGB werd vastgesteld, laatst gewijzigd in zitting van 22 november 2021.
- het gunstig advies van het managementteam van 26 november 2021.
Financiële gevolgen
Het meerjarenplan van AGB voldoet aan de voorwaarden omtrent het financieel evenwicht:
- het budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief.
- de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
Het meerjarenplan voor het AGB voldoet hiermee aan de opgelegde voorwaarden.
Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor het AGB in 2025 is positief, waarmee ook aan de niet bindende voorwaarde voor het financieel evenwicht is voldaan.
Bijlagen
- Tweede aanpassing van het meerjarenplan AGB 2020-2025
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB goed.
Artikel 2
Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat van het AGB bedraagt:
in 2020: 490.759 euro
in 2021: 282.103 euro
in 2022: 480.286 euro
in 2023: 12 euro
in 2024: 35.355 euro
in 2025: 29.535 euro
De geraamde autofinancieringsmarge van het AGB bedraagt in 2025: 4.180 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van het AGB bedraagt in 2025: 4.180 euro.
Artikel 3
De aangepaste kredieten van het AGB voor het boekjaar 2021 (M3) worden vastgesteld:
Totaal exploitatie-uitgaven: 1.440.651 euro
Totaal exploitatie-ontvangsten: 1.421.470 euro
Totaal investeringsuitgaven: 950.841 euro
Totaal investeringsontvangsten: 761.365 euro
Totaal financieringsuitgaven: 0 euro
Totaal financieringsontvangsten: 0 euro
Artikel 4
De kredieten van het AGB voor het boekjaar 2022 (M3) worden vastgesteld:
Totaal exploitatie-uitgaven: 1.502.197 euro
Totaal exploitatie-ontvangsten: 1.520.381 euro
Totaal investeringsuitgaven: 3.420.000 euro
Totaal investeringsontvangsten: 3.600.000 euro
Totaal financieringsuitgaven: 0 euro
Totaal financieringsontvangsten: 0 euro
Artikel 5
Het geraamde geconsolideerde beschikbaar budgettair resultaat van gemeente, OCMW en AGB bedraagt:
in 2020: 11.808.454 euro
in 2021: 7.012.428 euro
in 2022: 6.654.913 euro
in 2023: 6.832.020 euro
in 2024: 2.332.185 euro
in 2025: 1.968.824 euro
De geraamde geconsolideerde autofinancieringsmarge van gemeente, OCMW en AGB bedraagt in 2025: 340.392 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van gemeente, OCMW en AGB bedraagt in 2025: 365.157 euro.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) is één van de belangrijkste ontvangsten voor de gemeenten. De APB wordt gevestigd als een percentage op de inkomstenbelastingen die geregeld, gevestigd en ingevorderd worden door de federale overheid. Dit percentage dient jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld te worden.
Feiten, context en argumentatie
De aanvullende belasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2022 wordt vastgesteld op 7,8 %.
Bevoegdheid en juridische grond
- het gecoördineerde wetboek op de inkomstenbelasting 1992, in het bijzonder artikel 464 tot 470/2
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40 en 41
Financiële gevolgen
De ontvangsten zijn voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 via:
- MJP001046 Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting
- actie 11.01.09: We investeren in opvolgsystemen voor te ontvangen gelden of werken de bestaande opvolgsystemen nog verder uit
- verantwoordelijke dienst: financiën
Besluit
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2022 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 7,8 % van de volgens artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belasting geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelasting.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De onroerende voorheffing is een gewestbelasting, gevestigd op het kadastraal inkomen van onroerende goederen: gronden, woningen, gebouwen en sommige bedrijfsuitrusting.
Gemeenten en provincies kunnen opcentiemen vestigen op de gewestelijke basisbelasting. De opcentiemen worden samen met de basisbelasting ingevorderd door de Vlaamse Belastingdienst en later doorgestort naar de provincies en de gemeenten.
Feiten, context en argumentatie
De gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing worden voor het dienstjaar 2022 vastgesteld op 1.008 opcentiemen.
Bevoegdheid en juridische grond
- de grondwet, in het bijzonder artikel 170 §4
- het gecoördineerde wetboek op de inkomstenbelasting 1992, in het bijzonder artikel 464/1 §1
- het decreet van 13 december 2013 houdende Vlaamse codex fiscaliteit, in het bijzonder artikel 2.1.4.0.2 en 3.1.0.0.4
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40 en 41
- de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit
Financiële gevolgen
De ontvangsten zijn voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 via:
- MJP001045 Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing
- actie 11.01.09: We investeren in opvolgsystemen voor te ontvangen gelden of werken de bestaande opvolgsystemen nog verder uit
- verantwoordelijke dienst: Financiën
Besluit
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2022 worden ten bate van de gemeente 1008 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Bij de uitbreiding van het industrieterrein Hille, is in onderlinge overeenstemming met de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) overeengekomen om een stuk grond te kopen en te verkopen om reden van algemeen belang.
Gemeente Wingene koopt een perceel van 9.980m² en verkoopt een stukje grond met een oppervlakte van 1.308m².
Feiten, context en argumentatie
Er werd een ontwerpakte opgemaakt door Notariaat Van Beylen & Reyntjens uit Zwevezele om de verkoop/koop vast te leggen.
De gemeente zal het gekochte perceel gebruiken voor toekomstige ontwikkeling van algemeen belang, gelegen in het bedrijventerrein ‘Hille RO Uitbreiding’.
De WVI zal op hun beurt het stuk grond gebruiken voor de verdere uitbreiding van het bedrijventerrein.
Huidige verkopen gebeuren voor en mits de prijs van zestien euro tweeëndertig eurocent per vierkante meter (16.32/m² euro). Dit impliceert dat door de gemeente Wingene aan de WVI een opleg wordt betaald van honderd éénenveertig duizend vijfhonderd zevenentwintig euro vier eurocent (141.527,04 euro).
Bevoegdheid en juridische grond
- Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40 en 41
Financiële gevolgen
Kostprijs bedraagt 141.527,04 euro.
Budget hiervoor is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025:
Raming: MJP001136 Aankoop gronden De Hille
Actie: 11.04.02: We spelen in op opportuniteiten wat de vastgoedportefeuille en de strategische grondverwerving betreft
Verantwoordelijke dienst: Dienst Financiën
Er is 145.000 euro beschikbaar.
Er is een visum van de financieel directeur vereist. Positief visum ontvangen op 16/11/2021.
Bijlagen
- ontwerpakte met de bijhorende verkoopvoorwaarden
- plan
- opmetingsplan
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte goed voor de aankoop van grond in het bedrijventerrein ‘Hille RO Uitbreiding goed. De aankoopprijs is 141.527,04 euro. Notariskantoor Vanbeylen en Reyntjes is gelast met het verlijden van de akte.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De firma Joris Ide NV kocht gronden aan de overzijde van de Industrieweg, het vroegere 'Joru Tegel' (Molenaarstraat 21).
Wegens economische redenen zal een private stroomkabel onderdoor de Industrieweg aangelegd worden om deze percelen te voeden via de private aansluiting van het bedrijf. Voor een ondergrondse boring dient een concessie te gebeuren tussen de gemeente Wingene en Joris Ide NV.
Feiten, context en argumentatie
De ontwerpakte werd opgemaakt door Karel Vanbeylen & Brecht Reyntjens, Lichterveldestraat 74, 8750 Wingene om de concessie vast te leggen.
Het grondplan werd opgemaakt door VHL Technics, Rue des Verreries 12, 7170 Manage.
Het betreft een totale boorlengte van 65.02 m onder de Industrieweg lopende naar de gebouwen gelegen in de Industrieweg nr. 21 (2e afdeling, sectie C, nummer 0188PP0000) en een oppervlakte van 43 a 63 ca.
Het toegestane recht is een louter persoonlijk recht. De concessiehouder kan op grond van deze overeenkomst nooit zakelijke rechten op het openbaar domein verwerven. Het recht is niet overdraagbaar.
Bevoegdheid en juridische grond
- Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40 en 41
Bijlagen
- coördinaten
- ontwerpakte
- meetplan
Besluit
Artikel 1
De gemeente Wingene zal de vermelde innames met kadastrale gegevens: 2e afdeling, sectie C, nummer 0188PP0000 in concessie geven en keurt de ontwerpakte in bijlage goed.
Artikel 2
De concessie wordt verleend voor een duur van 30 jaar te rekenen vanaf de datum van deze akte en kan niet stilzwijgend verlengd worden.
Artikel 3
De concessiehouder is verplicht de in gebruik genomen goederen in goede staat te onderhouden en als redelijk en voorzichtig persoon te gebruiken.
Artikel 4
De concessiehouder is gehouden, met betrekking tot de op te richten constructies, zijn risico's alsmede zijn burgerlijke verantwoordelijkheid te laten verzekeren.
Artikel 5
De concessiehouder moet voldoen aan alle toepasselijke wetgeving, in het bijzonder de verplichtingen van het KLIP-decreet.
Artikel 6
De gemeente Wingene kan de overeenkomst gemotiveerd eenzijdig opzeggen, zonder dat de concessiehouder aanspraak kan maken op schadeloosstelling. Deze opzegging dient te gebeuren mits een aangetekend schrijven of een gerechtsdeurwaardersexploot met een opzegperiode van minimum 6 maanden.
Artikel 7
Bij het einde van de overeenkomst heeft de concessiehouder de verplichting binnen de hem daartoe verleende termijn, de leiding te verwijderen en het openbaar domein in zijn oorspronkelijke staat te herstellen ten zijne laste en op zijn kosten.
Artikel 8
De aktekosten zijn ten laste van de de concessiehouder.
Artikel 9
Afschrift van onderhavig besluit wordt overgemaakt aan Notariaat Karel Vanbeylen & Brecht Reyntjens, Lichterveldestraat 74, 8750 Wingene.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Wegens einde huurcontract voor de huidige noodwoning per 31 december 2021, is het bestuur op zoek gegaan naar een ander pand.
Feiten, context en argumentatie
Wegens einde huurcontract voor de huidige noodwoning per 31 december 2021, is het gemeentebestuur op zoek gegaan naar een ander pand. Eind september 2021 is hiervoor een oproep gelanceerd waarbij burgers mogelijke panden konden aanbieden. Een aantal panden werden te koop aangeboden, enkele te huur. Er is een selectie gemaakt van de panden. De panden werden bezocht en getoetst aan de vooropgestelde criteria, noden en behoeften. Eén pand is weerhouden voor aankoop. De verkoper van het pand en het college van burgemeester en schepenen zijn op 28 oktober 2021 tot een overeenkomst gekomen, waarbij een compromis werd opgemaakt. De eigendomsoverdracht is voorzien per 1 juli 2022. De opschortende voorwaarde vermeldt de goedkeuring van de gemeenteraad. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de aankoop te bevestigen, zodat de aankoopakte voorbereid kan worden.
Bevoegdheid en juridische grond
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Financiële gevolgen
De nodige kredieten worden voorzien in het strategisch meerjarenplan 2020-2025 via:
- MJP001763 Aankoop van een crisiswoning
- actie 06.10.03: We voorzien in crisis- en doorgangswoning
- verantwoordelijke dienst FINANCIEN
Er wordt 310.000 euro voorzien.
Bijlagen
- compromis
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad bevestigt de aankoop van een nieuwe noodwoning, gelegen in de Wingenesteenweg 25 te 8750 Wingene.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Op 18 november 2021 diende het centraal kerkbestuur een gecoördineerde budgetwijziging 2021 in. Deze bevat de budgetwijzigingen opgemaakt door de kerkfabrieken Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius en Sint-Jan.
Feiten, context en argumentatie
Deze gecoördineerde budgetwijziging 2021 werd goedgekeurd in het overleg tussen centraal kerkbestuur en gemeentebestuur Wingene van 07 september 2021.
De budgetwijziging van kerkfabriek Sint-Aldegondis is volledig conform de eerder goedgekeurde aanpassing van het meerjarenplan (inschrijving van de geplande werken aan het portaal en de inschrijving van de investeringsbelegging naar aanleiding van de eerdere verkoop van de pastorie) en behoeft dan ook geen verdere toelichting. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft behouden op 35.726,73 euro. Het Bisdom gaf op 15 november een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Amandus schuift de niet gebruikte investeringsbudgetten van 2020 door naar 2021. Ze maken van de gelegenheid gebruik om de gemeentelijke exploitatietoelage te verminderen met 6.850 euro tot 50.114,00 euro. Het Bisdom gaf op 25 oktober een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Georgius vraagt enkel een verschuiving binnen de hoofdposten. De gemeentelijke exploitatietoelage blijft dan ook behouden op 4.886,20 euro. Wel blijkt de bijhorende beleidsnota die van kerkfabriek Sint-Jan te zijn. Gezien de beperkte verschuivingen is dit echter geen probleem.
Ook kerkfabriek Sint-Jan schuift de niet gebruikte investeringsbudgetten van 2020 door naar 2021 en doet enkele kleinere verschuivingen. Ook hier blijft de gemeentelijke exploitatietoelage behouden op 23.200,00 euro.
Bevoegdheid en juridische grond
- het eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Financiële gevolgen
Deze beslissing kadert in actie 11.05.12 van het strategisch meerjarenplan 2020-2025.
Bijlagen
- coördinatierapport budgetwijzigingen 2021
- budgetwijziging 2021 van kerkfabrieken Sint-Aldegondis met advies Bisdom
- budgetwijziging 2021 van kerkfabrieken Sint-Amandus met advies Bisdom
- budgetwijziging 2021 van kerkfabrieken Sint-Georgius met advies Bisdom
- budgetwijziging 2021 van kerkfabrieken Sint-Jan met advies Bisdom
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad neemt akte van de gecoördineerd ingediende budgetwijzigingen 2021 van kerkfabrieken Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius en Sint-Jan.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Op 18 november 2021 diende het centraal kerkbestuur een gecoördineerd budget 2022 in. Deze bevat de budgetten opgemaakt door de kerkfabrieken Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius, Sint-Jan en Sint-Jozef.
Feiten, context en argumentatie
Tijdens het overleg tussen centraal kerkbestuur en gemeentebestuur Wingene van 07 september 2021 werd een gecoördineerd budget 2022 goedgekeurd waarbij de budgetten nog voorlopig waren.
De nu ingediende budgetten zijn nog steeds identiek of aangepast zoals gevraagd tijdens het overleg van 07 september 2021 en/of het advies van het Bisdom.
Kerkfabriek Sint-Aldegondis vraagt een gemeentelijke toelage van 24.950,40 euro, wat 13.085,01 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 38.035,41 euro. Bisdom Brugge gaf op 15 november een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Amandus vraagt een gemeentelijke toelage van 65.477,58 euro, wat 30.942,68 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 96.420,26 euro. Bisdom Brugge gaf op 25 oktober een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Georgius vraagt een gemeentelijke toelage van 8.077,40 euro, wat 12.485,60 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 20.563,00 euro. Bisdom Brugge gaf op 15 november een gunstig advies. Ze legt met de helft van de huuropbrengsten een reservefonds aan om toekomstige investeringen aan haar privaat patrimonium te financieren.
Kerkfabriek Sint-Jan vraagt een gemeentelijke toelage van 15.986,07 euro, wat 14.456,63 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 30.442,70 euro. Bisdom Brugge gaf op 15 november een gunstig advies. Ze legt met de helft van de huuropbrengsten een reservefonds aan om toekomstige investeringen aan de Sint-Kristoffelzaal te financieren.
Kerkfabriek Sint-Jozef vraagt een gemeentelijke toelage van 5.578,19 euro, wat 14.553,99 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 20.132,18 euro. Bisdom Brugge gaf op 25 oktober een gunstig advies.
Geen enkele kerkfabriek vraagt momenteel een investeringstoelage.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikelen 46 tot en met 49
Financiële gevolgen
Deze beslissing kadert in actie 11.05.12 van het strategisch meerjarenplan 2020-2025.
Bijlagen
- coördinatiebudget 2022
- budget 2022 van kerkfabriek Sint-Aldegondis en advies Bisdom Brugge
- budget 2022 van kerkfabriek Sint-Amandus en advies Bisdom Brugge
- budget 2022 van kerkfabriek Sint-Georgius en advies Bisdom Brugge
- budget 2022 van kerkfabriek Sint-Jan en advies Bisdom Brugge
- budget 2022 van kerkfabriek Sint-Jozef en advies Bisdom Brugge
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad neemt akte van de gecoördineerd ingediende budgetten 2022 van Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius, Sint-Jan en Sint-Jozef.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De federale overheid nam in 2020 ingrijpende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 in te dijken. Tot deze maatregelen behoorden het annuleren van recreatieve activiteiten, het opleggen van strikte voorwaarden of beperkingen in verschillende sectorprotocollen en het opleggen van een samenscholingsverbod. Deze coronamaatregelen werden met ingang van 14 maart 2020 ingevoerd.
Van de ene dag op de andere gingen de accommodaties toe en werden alle activiteiten geschrapt. Verenigingen hebben hierdoor geen of minder inkomsten om bepaalde vaste kosten te betalen of ze hebben kosten gemaakt voor activiteiten die niet hebben kunnen plaatsvinden of ze hebben extra kosten gemaakt om de activiteiten alsnog te kunnen organiseren, ed. Heel wat creatieve ideeën zorgden ervoor dat de werking toch deels kond worden verder gezet.
Om de lokale besturen te helpen in hun ondersteuning, besliste de Vlaamse Regering om eenmalig 83,9 miljoen euro te verdelen over de lokale besturen op basis van de verdeling van de sectorale middelen voor die drie sectoren (cultuur, jeugd en sport) bij de inkanteling ervan in het gemeentefonds in 2018. Verenigingen en/of organisaties met in hoofdzaak een commercieel doel komen niet in aanmerking voor deze middelen.
Vanuit het Vlaamse noodfonds voor sport, jeugd en cultuur ontving de gemeente Wingene 163.868,72 euro.
Nu de coronacrisis blijft aanslepen en ook nog in het najaar van 2021 strenge maatregelen en beperkingen worden opgelegd vanuit de federale overheid, wil het gemeentebestuur verdere steun verlenen aan verenigingen.
Feiten, context en argumentatie
In 2020 werd een digitale bevraging georganiseerd met als doel om de noden en problemen van iedere vereniging te kennen. Op basis van de resultaten van deze bevraging, werd een pakket van maatregelen uitgewerkt om de gemeentelijke verenigingen te ondersteunen en een extra duwtje in te rug te geven om na de coronacrisis de draad terug op te nemen.
Om de maatregelen tot ondersteuning van de verenigingen te bekrachtigen en de achterliggende voorwaarden en procedures vorm te geven, werd een subsidiereglement opgemaakt. Met dit reglement dat bestaat uit vier pijlers wil het gemeentebestuur haar verenigingen voor 125.000 euro rechtstreeks financieel ondersteunen:
Nu de coronacrisis blijft aanslepen en ook nog in het najaar van 2021 strenge maatregelen en beperkingen worden opgelegd vanuit de federale overheid, wil het gemeentebestuur verdere steun verlenen aan verenigingen. Hiervoor stelt het bestuur een aanpassing aan het subsidiereglement voor waarin pijler 1 - compensatie van gemaakte kosten als gevolg van gewijzigde coronamaatregelen - wordt geheractiveerd om tegemoet te komen aan de verstrengde maatregelen in het najaar van 2021 en begin van 2022; en waarin pijler 4 - impulssubsidies - wordt verlengd tot eind januari 2022 om verenigingen te ondersteunen in organisaties die wel doorgaan ondanks de maatregelen.
Bevoegdheid en juridische grond
- het nooddecreet van 19 juni 2020 tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, met in het bijzonder artikels 41, 23° en 56
- het gemeenteraadsbesluit van 25 mei 2020 over de kennisname van het ondersteuningsplan lokaal bestuur Wingene: 100 punten voor de herlancering van Wingene na de coronacrisis
- het gemeenteraadsbesluit van 11 januari 2021 verdeling Vlaams noodfonds voor ondersteuning sport-, jeugd- en socioculturele verenigingen en erkende gemeentelijke adviesraden
- het subsidiereglement van 27 juni 2002 ter betoelaging van erkende jeugdverenigingen
- het reglement van 22 december 2008 tot erkenning van sportverenigingen: competitiesportclub, recreatieve sportclub en sportorganisatoren
- het subsidiereglement van 22 december 2008 voor de sportverenigingen: competitiesportclubs en recreatiesportclubs
- het subsidiereglement voor 22 december 2008 voor recreanten en sportorganisatoren
- het reglement van 30 november 2009 voor de erkenning en betoelaging van wijk- en straatcomités
Financiële gevolgen
De beschikbare budgetten voor het subsidiereglement bedraagt 125.000 euro en is voorzien in het strategisch meerjarenplan 2020-2025 via:
- MJP001502 Subsidie voor jeugd, sport en cultuur uit het Vlaamse noodfonds
- actie 01.01.02 We werken aan integrale veiligheid samen met partnerbesturen
- verantwoordelijke dienst EVENEMENTEN en NOODPLANNNG
Er is 48.212,53 euro beschikbaar.
Bijlagen
- het oorspronkelijke subsidiereglement ondersteuning sport-, jeugd- en socioculturele verenigingen
- het aangepaste subsidiereglement ondersteuning sport-, jeugd- en socioculturele verenigingen
Fractie Burgerbelangen diende op 13 december om 18u05 volgend amendement in:
agendapunt 15 : Wijziging subsidiereglement verdeling Vlaams Noodfonds voor sport-,jeugd- en socioculturele verenigingen en erkende gemeentelijke adviesraden
Amendement luidt als volgt :
Pijler 1 : Bewezen onkosten onverwachte annuleringen.
Artikel 15 : Deze pijler vergoedt maximaal 100% van de bewezen kosten, met een minimum van €50 en maximum van €2.500.
Motivatie : door de minimumtarief van €250 terug te brengen naar €50 kunnen meer verenigingen een beroep doen op een subsidiëring van gemaakte kosten van een wegens corona geannuleerde activiteit
Stemming over het amendement van fractie Burgerbelangen:
Verworpen met 5 stemmen voor (Fabienne Allaert, Martine Devisscher, Nick Schotte, Kobe Vandeweghe, Maxim Lybaert), 16 stemmen tegen (Lieven Huys, Hedwig Kerckhove, Brecht Warnez, Ann Mesure, Jens Danneels, Tom Braet, Hendrik Verkest, Willy Vermeersch, Katrien Delodder, Sandra Quintyn, Stijn Van Maele, Sandra Ketels, Rinus Degroote, Jolenta Bogaert, Stefaan Verhelle, Camille Mortier) en 2 onthoudingen (Pieter-Jan Verhoye, Marie-Christine Vandendriessche).
Stemming over het agendapunt:
Goedgekeurd met 18 stemmen voor (Lieven Huys, Hedwig Kerckhove, Brecht Warnez, Ann Mesure, Jens Danneels, Tom Braet, Hendrik Verkest, Willy Vermeersch, Katrien Delodder, Sandra Quintyn, Stijn Van Maele, Sandra Ketels, Nick Schotte, Rinus Degroote, Jolenta Bogaert, Stefaan Verhelle, Camille Mortier, Pieter-Jan Verhoye), 2 stemmen tegen (Fabienne Allaert, Maxim Lybaert) en 3 onthoudingen (Martine Devisscher, Kobe Vandeweghe, Marie-Christine Vandendriessche).
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad stelt het aangepaste subsidiereglement verdeling Vlaams noodfonds voor ondersteuning sport-, jeugd- en socioculturele verenigingen en erkende gemeentelijke adviesraden zoals in bijlage opgenomen vast. Het reglement dat werd toegevoegd als bijlage maakt bijgevolg integraal deel uit van deze beslissing.
Aanleiding en voorgeschiedenis
In zitting van 30 augustus 2021 werd de bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5) door de gemeenteraad vastgesteld.
Op 3 oktober 2021 kwam vanuit de Politiezone Regio Tielt door Filip Feraux, eerste commissaris van politie - Coördinator operationele steun, de vraag om artikel 3 van de bijzondere politieverordening aan te passen.
Feiten, context en argumentatie
Op vraag van de Politiezone Regio Tielt wordt artikel 3 als volgt aangepast:
"Artikel 3: Het lokaal bestuur kan, mits tussenkomst van de aangestelde sanctionerend ambtenaar, gemeentelijke administratieve sancties opleggen ten aanzien van beperkte snelheidsovertredingen wanneer cumulatief aan volgende voorwaarden is voldaan:
De specifieke straten met huisnummers (tussen de Oude Bruggestraat 55 en Tieltstraat 47) worden niet opgenomen omwille van volgende redenen :
Bevoegdheid en juridische grond
- Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, artikel 29 quater;
- Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119, 119bis en 135, §2;
- Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 41, tweede lid, 2° en artikel 288.
- het besluit van de gemeenteraad van 31 mei 2021 waarbij Jurgen Mestdagh en Wouter Verhelst werden aangesteld als sanctionerend ambtenaar (GAS 5)
- het besluit van de gemeenteraad van 30 augustus 2021 waarbij de bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5) door de gemeenteraad vastgesteld.
Bijlagen
- wijziging bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5)
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad wijzigt artikel 3 in de bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5) als volgt:
"Artikel 3: Het lokaal bestuur kan, mits tussenkomst van de aangestelde sanctionerend ambtenaar, gemeentelijke administratieve sancties opleggen ten aanzien van beperkte snelheidsovertredingen wanneer cumulatief aan volgende voorwaarden is voldaan:
Aanleiding en voorgeschiedenis
De Riopact samenwerkingsovereenkomst - addendum assetmanagement dient aan de gemeenteraad voorgelegd te worden.
Feiten, context en argumentatie
Vanuit Vlaanderen wordt aan rioolbeheerders de verplichting opgelegd om tegen 2027 de status van het rioleringsstelsel in kaart te brengen.
Hiervoor werd een tijdspad opgelegd:
De risico-bepaling, de inspecties, het advies (en de uitvoering van het maatregelenprogramma) kunnen door de gemeente in samenwerking met RioPact opgesteld en opgevolgd worden. Hiervoor ontwikkelde Aquafin NV in samenwerking met De Watergroep het platform ROSI (Return On Sewage Investment).
Doelstelling van het assetmanagement is het kostenefficiënt beheer van het ondergronds rioleringspatrimonium met minimale maatschappelijke hinder en bevat volgende stappen:
1. Opmaak/beheer inspectie- en ruimingsprogramma:
In deze stap wordt de kriticiteit van de riolen bepaald met als resultaat een prioritering van de uit te voeren inspecties.
2. Uitvoeren inspectieprogramma:
In deze stap wordt het jaarlijks inspectieprogramma uitgevoerd, waarbij jaarlijks een deel van het rioolstelsel wordt geïnspecteerd.
3. Opmaak/beheer maatregelenprogramma
Op basis van de resultaten van de camera-inspecties worden maatregelen voorgesteld om het rioolstelsel in goede conditie te houden of te brengen.
Dit alles wordt in een overzichtelijk digitaal beheersysteem geplaatst. Een bijkomend voordeel is dat de rapportering naar de VMM efficiënt via dit platform kan lopen.
De kostprijs voor het minimaal programma bedraagt forfaitair 25.000 euro per jaar.
Eventueel bijkomende inspecties op vraag van de gemeente kan aan de voorgestelde forfait-prijzen, steunend op de afgesloten raamcontracten via RioPact.
Gelet op de Vlaamse verplichting, de functionaliteiten van het platform ROSI en de opstart van assetmanagement binnen de samenwerking met RioPact wordt het addendum goedgekeurd.
Bevoegdheid en juridische grond
- de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
- het besluit van de gemeenteraad van 31 maart 2008 betreffende de goedkeuring van de overeenkomst met de VMW (intussen gewijzigd van naam naar De Watergroep) voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel
- de conceptnota van de Vlaamse Regering over de optimale afstemming van het gemeentelijke en bovengemeentelijke assetmanagement van 25 september 2020
Financiële gevolgen
Voorwaarden addendum
Instap tot minimum 2027.
Jaarlijkse forfaitaire afrekening.
Meerkosten voor inbegrepen inspecties worden achteraf afgerekend.
(bv. bijkomende signalisatie en nachtvergoeding indien dit verplicht wordt vanuit Wingene)
Bijkomende inspecties worden eenmaling afgerekend
Nieuwe condities worden vastgelegd door middel van een addendum bij het bestaande contract
Budget
In het meerjarenplan is het nodige budget voorzien via het exploitatiebudget:
MJP000077 Camera-inspectie en analyse van rioleringen
Verantwoordelijke dienst: externe werken
25.000 euro per kalenderjaar vanaf 2022
Bijlagen
- Riopact addendum assetmanagement
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het addendum "Riopact: Addendum assetmanagement" zoals opgenomen in bijlage goed.
Artikel 2
Een afschrift van deze beslissing wordt aan De Watergroep, Roggelaan 2, 8500 Kortrijk overgemaakt.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Volgens een rondvraag van UNIZO (nationaal) komen slechts één op de twee kmo’s in Vlaanderen in aanmerking om een lokale aanbesteding binnen te halen. Daarom hebben de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, de VVSG en UNIZO enkele maanden geleden de campagne ‘lokale reflex’ gelanceerd om lokale besturen zoveel mogelijk te stimuleren om bij openbare aanbestedingen lokale kmo’s extra kansen te bieden. Zo heeft UNIZO actief deelgenomen aan de VVSG-regiotafels waar ambtenaren bevoegd voor lokale economie overleg plegen. De minister heeft in oktober aangekondigd dat hij voor de lokale besturen een draaiboek zou maken om lokale besturen te helpen om aanbestedingen toegankelijker te maken voor lokale ondernemers. Hij gaf reeds vijf concrete voorstellen mee:
Daarnaast plant het West-Vlaamse provinciebestuur, op vraag van provincieraadslid Johan De Poorter, om een digitaal platform voor West-Vlaamse ondernemers een aanbestedingen uit te rollen. Dat platform moet, in analogie met het Limburgse platform www.aanbestedingeninlimburg.be, een openbaar platform voor aanbestedingen creëren voor West-Vlaamse ondernemers. Op die manier kunnen West-Vlaamse kmo’s zich in enkele klikken registreren zodat ze automatisch op de hoogte worden gebracht voor aanbestedingen zonder publicatieplicht. Aanbestedende overheden kunnen op het platform hun overheidsopdrachten met een beperkte offertevraag (tot 139 000 euro exclusief btw) bekendmaken.
Daarom stel ik u graag de volgende vragen:
Raadslid Pieter-Jan Verhoye licht zijn mondelinge vraag toe.
Burgemeester Lieven Huys antwoordt als volgt:
"(1) Op welke manier stimuleert de gemeente reeds lokale ondernemers om in te tekenen op lokale aanbestedingen?
Als lokaal bestuur passen we de wet op overheidsopdrachten consequent toe. Algemeen kunnen we stellen: Hoe hoger de uitgaven, hoe strikter de procedure, hoe meer openbaar de bekendmaking moet gebeuren en hoe minder impact een gemeente zelf heeft op de keuze van de ondernemers die een offerte kunnen indienen. Het gaat dus vooral over de relatief kleinere opdrachten, kleiner dan 139.000 euro excl. BTW of 140.000 euro excl. BTW vanaf 2022.
Het opdelen van opdrachten is dubbel. Enerzijds mag dit niet, om een andere, meer laagdrempeliger procedure, te kunnen toepassen. Anderzijds kan er wel opgedeeld worden om lokale ondernemers te stimuleren om deel te nemen aan overheidsopdrachten, maar dit kan wel in een grotere, zwaardere procedure van overheidsopdrachten zijn.
Naast de wet op overheidsopdrachten die we volgen, houden we ook rekening met de efficiëntie van onze eigen werking. Om die reden, gaan we de markt meer en meer bevragen voor een langere periode, doorgaans 4 jaar. Hierbij houden we naast de prijs ook rekening met andere gunningscriteria, zoals bijvoorbeeld de interventietijd (die onrechtstreeks met de afstand te maken kan hebben) en de te leveren service.
We vergelijken ook de beschikbare raamcontracten van verschillende aanbieders op de markt, zoals Farys, Fluvius, regio Midwest, WVI,… . Dit kan schaalvoordelen opleveren, tijdswinst binnen de organisatie of extra expertise bovenop de gemeentelijke wanneer gewenst.
Per overheidsopdracht gaan we dus op zoek naar de meest geschikte procedure.
Voor de opdrachten waar we zelf de markt bevragen worden de aan te schrijven leveranciers vastgelegd door de gemeenteraad of het college, afhankelijk van welk orgaan de lastvoorwaarden moet goedkeuren. Hierbij worden steeds zo veel als mogelijk lokale, gemeentelijke ondernemers aangeschreven.
(2) Welke verdere stappen zal de gemeenten nemen om aanbestedingen aantrekkelijker te maken voor lokale ondernemers?
Op de website van lokaal bestuur Vlaanderen vinden we heel wat voorbeelden en tips terug. Ook ontvangen we best practices via een VVSG-nieuwsbrief Economie. We gaan deze informatie in 2022 doornemen en waar nuttig verder uitwerken om de lokale economie zo veel als mogelijk te ondersteunen door zo veel mogelijk lokale ondernemers te betrekken bij het aankoopbeleid. We willen de lokale ondernemers goed informeren over de werkwijze van overheidsopdrachten en tips geven over waar je als onderneming rekening moet mee houden. Dit kan mee deel uitmaken van de dienstverlening van een Ondernemersloket.
(3) Zal de gemeente, eenmaal het West-Vlaamse platform actief is, aanbestedingen via dit platform bekend maken? Indien niet, verkiest de gemeente een gelijkaardig, lokaal alternatief?
Het platform van Limburg is goed uitgewerkt. Zodra meer informatie beschikbaar is over het West-Vlaamse platform zullen we deze mogelijkheid zeker bekijken. We wachten eerst het provinciaal initiatief af, alvorens een gemeentelijk platform op te maken
(4) Wat is de laatste stand van zaken omtrent de uitrol van het gemeentelijk ondernemersloket?
Het Team Ondernemen bestaat momenteel uit 0,5 VTE en het afdelingshoofd Ruimte als back-up en beleidsmatige ondersteuning. De inhoudelijke uitbouw van het team is gestart sinds deze zomer. Gezien de beperkte bezetting, moeten we dit gefaseerd aanpakken. Focus tot nu toe ligt vooral op de overdracht en de analyse/doorstart van een aantal lopende zaken zoals ambulante handel en kermissen, bedrijventerreinbeheer en acties ter ondersteuning van lokale handelaars. De volledige uitbouw van een Ondernemersloket vraagt een grondige inventarisatie van de bestaande en benodigde producten en diensten. Daarvoor zijn we o.a. geabonneerd op de recente productencatalogus van het Team Economie van VVSG, nemen we deel aan het Atelier Lokale Economie van de POM. Daarnaast zijn we met de POM momenteel een werking voor starters aan het uitbouwen.
Voor een volledig Ondernemersloket als compleet aanspreekpunt mikken we momenteel op eind 2022. Voldoende kennis en personeelscapaciteit zijn twee belangrijke randvoorwaarden. Voor het eerste wordt er in het voorjaar 2022 geïnvesteerd in een vijfdaags opleidingstraject rond Lokale Economie bij VVSG. Voor het tweede wordt de personeelsbehoefte gemonitord."
Bevoegdheid en juridische grond
- het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad vastgesteld in zitting van 28 januari 2019, artikel 29
Namens Gemeenteraad,
Jurgen Mestdagh
Algemeen directeur
Hendrik Verkest
Raadslid