De voorzitter opent de zitting op 18/12/2023 om 20:01.
De gemeenteraad keurt het verslag van de zitting van 27 november 2023 goed.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De notulen van de vorige vergadering zijn ter beschikking van de gemeenteraadsleden. Zij kunnen er kennis van nemen via eNotulen. Het verslag van de vorige raad ligt telkens ter goedkeuring voor.
Feiten, context en argumentatie
De notulen van de vorige vergadering zijn ter beschikking van de gemeenteraadsleden. Zij kunnen er kennis van nemen via eNotulen. Het verslag van de vorige raad ligt telkens ter goedkeuring voor.
Elk raadslid heeft het recht tijdens de zitting opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen aangepast. Als er geen opmerkingen zijn, beschouwt men de notulen als goedgekeurd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend.
Bevoegdheid en juridische grond
- de omzendbrief van de Vlaamse Regering betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 32
- het huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad, vastgesteld in zitting van 28 januari 2019 en laatst gewijzigd in zitting van 22 november 2021
Bijlagen
- verslag vorige zitting
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad keurt het verslag van de zitting van 27 november 2023 goed.
De gemeenteraad neemt kennis van de rapportering over de regiowerking en het overzicht van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van december 2023.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Het nieuwe regiodecreet bepaalt dat de gemeenteraad minstens twee maal per jaar een rapportage krijgt over de regiowerking.
In zitting van 28 augustus 2023 nam de gemeenteraad kennis van de eerste rapportering over de regiowerking tot medio 2023 en tegen eind 2023 is voorzien in een tweede rapportering.
Sinds de vorige rapportering deden zich geen grote wijzigingen voor in de deelname aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, maar er zijn wel grote wijzigingen binnen de samenwerkingsverbanden zelf, door de inwerkingtreding van diverse bepalingen uit het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, het Regiodecreet en andere ontwikkelingen op dit vlak. Tegen eind 2023 gaan de meeste samenwerkingsverbanden over tot een statutenwijziging, voornamelijk tot wijziging van de rechtsvorm.
De volledige lijst van bovengemeentelijke samenwerkingsverbanden staat gepubliceerd op de gemeentelijke website, met opgave van de politieke mandaten: https://www.wingene.be/overzichtslijst-mandaten-in-bovengemeentelijke-instellingen. Deze uitgebreide lijst bevat ook alle samenwerkingsverbanden die onder de uitzonderingsregel van het regiodecreet vallen.
Sinds de vorige rapportering deden zich volgende wijzigingen voor op deze lijst:
- de toetreding tot het Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart, wegens de omvorming van het StadLandSchap 't West-Vlaamse Hart, en de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur in de bestuursorganen van deze organisatie
- de aanwijzing van een gemeentelijke vertegenwoordiger in de toewijzingsraad van Woonstart, de nieuwe woonmaatschappij met werkingsgebied Midwest-Oost.
Feiten, context en argumentatie
Artikel 8 van het regiodecreet bepaalt dat het college maandelijks kennis moet nemen van de regiowerking en hiervan minstens 2 maal per jaar kennis geeft aan de gemeenteraad.
Het Midwestoverleg en DVV Midwest bezorgt op regelmatige basis de kwartaalrapporteringen over volgende samenwerkingsverbanden: Bie Midwest, IGA Midwest, Radar, Sport Midwest, TERF, Midwest DVV, DVV wijk-werken Midwest, IDPBW (Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk), SE Midwest, Vervoerregio Roeselare, Huis van het kind. Daarnaast hebben de mandatarissen via hun login op het platform van Midwest toegang tot de verslagen van de diverse samenwerkingsverbanden.
De overige samenwerkingsverbanden die onder de toepassing vallen van de rapportering regiowerking volgens het decreet, hebben elk hun eigen werking en regeling over rapportering en of bekendmaking van hun werking.
- MIROM: dit is een opdrachthoudende vereniging, waarin de gemeente vertegenwoordigd is in de algemene vergadering en de raad van bestuur. Mirom publiceert de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering op haar website (https://www.mirom.be/mirom/publicaties)
- Woonmaatschappij met werkingsgebied Midwest-Oost koos bij de installatie op 1 juli 2023 voor de naam Woonstart. De heer Tom Braet vertegenwoordigt de gemeente in de algemene vergadering en zetelt ook in het bestuur, samen met de heer Lieven Huys en mevrouw Katrien Delodder. Eind oktober 2023 is de toewijzingsraad opgericht zoals voorzien in de Vlaamse Codex 2021, waar Tom Braet in zetelt als vertegenwoordiger van de gemeente Wingene. Intussen zijn de aangenomen statuten beschikbaar en staat dit document gepubliceerd op de website.
- WVI publiceert de verslagen van de raad van bestuur en de algemene vergadering op haar website (https://www.wvi.be/lokaal-bestuur/wie-zijn-we/bestuur).
- Regionaal Landschap West-Vlaamse Hart vzw: de gemeente is toegetreden bij raadsbesluit van 28 augustus 2023 en de raad wees Brecht Warnez aan als effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering en als bestuurder in het bestuursorgaan, met Jens Danneels als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
- overheidsinstellingen met politieke vertegenwoordiging:
* Hulpverleningszone Midwest: alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten zetelen in de zoneraad. De verslagen staan zowel op de gemeentelijke website (https://www.wingene.be/AgendaPlusNotulen/overzicht/3017/zoneraad-brandweer) als op de website van de hulpverleningszone (https://zonemidwest.be/zone-midwest/bestuur/zoneraad) gepubliceerd.
* Politiezone Regio Tielt: alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten zetelen in het politiecollege. Daarnaast is Wingene vertegenwoordigd in de politieraad met 4 mandatarissen, naast de burgemeester die van rechtswege lid is van de politieraad. De verslagen van de politieraad staan beschikbaar op de gemeentelijke website (https://www.wingene.be/AgendaPlusNotulen/overzicht/3018/politieraad).
- overheidsinstellingen zonder politieke vertegenwoordiging: 1gezin1plan, CAW, GGZ midden West-Vlaanderen (kwadraat), LOGO, Gerecht West-Vlaanderen en LIGO, Eerstelijnszone Roeselare Izegem Samen (ELZ RITS). Vlaanderen is verantwoordelijk voor de rapportering van deze instellingen, maar vooralsnog staan enkel van deze laatste de jaarverslagen beschikbaar op de website https://www.eerstelijnszone.be/acties-themas
Tenslotte bezorgde Gaselwest een halfjaarlijkse informatienota over het eerste semester van 2023, om te voldoen aan de halfjaarlijkse rapporteringsplicht.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur, art. 56§6 en 441
- het regiodecreet van 3 februari 2023
- het gemeenteraadsbesluit van 28 augustus 2023 over de rapportering regiowerking en overzicht van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
Financiële gevolgen
/
Bijlagen
- samenvattend overzicht oktober 2023 Midwestoverleg
- halfjaarlijks overzicht Gaselwest - periode jan-jun 2023
- inventaris VVSG over de regiovorming
- overzichtslijst bovengemeentelijke samenwerkingsverbanden
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de rapportering over de regiowerking en het overzicht van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden van december 2023.
De gemeenteraad stelt het reglement voor de organisatie van gemeentelijke recepties vast.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Als inwoner of lokale vereniging in onze gemeente kan je bij het vieren van een belangrijke prestatie of een speciale gebeurtenis rekenen op een receptie of een financiële steun van het gemeentebestuur.
Feiten, context en argumentatie
Een reglement voor de organisatie van gemeentelijke recepties of voor een financiële tussenkomst in een receptie werd opgemaakt en biedt efficiëntie, gelijkheid en transparantie.
Het reglement voor de organisatie van gemeentelijke recepties bepaalt:
- De voorwaarden waaraan een inwoner of vereniging moet voldoen om te kunnen genieten van een receptie of financiële steun
- De locaties waar een viering kan plaatsvinden
- De publicatie op gemeentelijke communicatiekanalen
- De wijze van aanvragen
- Het onderscheid tussen een receptie met personeelsinzet en een receptie met gemeentelijke tussenkomst
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40 en 41
Financiële gevolgen
Deze beslissing kadert binnen actie AC000312, 04.04.01 van het strategisch meerjarenplan 2020-2025.
Bijlagen
- reglement over de organisatie van gemeentelijke recepties
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het reglement voor de organisatie van gemeentelijke recepties vast, zoals opgenomen in bijlage en maakt integraal deel uit van dit besluit.
Artikel 2
Het reglement treedt in werking op 1 januari 2024.
De gemeenteraad keurt het protocol goed, af te sluiten tussen de Politiezone Regio Tielt en de gemeente Wingene over de mededeling van persoonsgegevens voor de verwerking van GAS-boetes. Het protocol heeft als doel om de gegevensdeling maximaal te beschermen en beveiligen tegen elke ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen elk mogelijk onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Diverse wetgeving en in het bijzonder de wet van 30 juli 2018 over de bescherming van de natuurlijke personen aangaande de verwerking van persoonsgegevens, bepaalt dat de gegevensdeling tussen instanties moet gebeuren op basis van een akkoord of protocol om die bescherming te waarborgen.
Artikel 22 van de GAS-wet en artikel 29quater van de wegverkeerswet maken voor de gemeentelijke sanctionering gegevensdeling mogelijk tussen enerzijds de bevoegde vaststellers van de Politiezone Regio Tielt en anderzijds de bevoegde sanctionerend ambtenaren van de gemeente Wingene.
Voor de verwerking van de GAS 5-boetes is het dan ook nodig om een protocol af te sluiten tussen de politiezone - als verwerker van de gegevens - en het gemeentebestuur, waarmee de gegevensdeling gebeurt voor de sanctionering van de vaststellingen.
Feiten, context en argumentatie
Het protocol heeft als doel om de gegevensdeling maximaal te beschermen en beveiligen tegen elke ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen elk mogelijk onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging.
De belangrijkste modaliteiten van het protocol zijn:
- Het gaat over digitale gegevensdeling via de softwaretoepassing InTouch, specifiek voor de vaststellingen binnen GAS 5.
- De termijn van bewaring van de gegevens bedraagt 6 jaar.
- Het GAS-secretariaat van de gemeente Wingene mag de gegevens niet verder delen, uitgezonderd met het parket in de wettelijk voorziene gevallen en aan partijen die een wettelijk belang kunnen aantonen.
- De medewerkers van de betrokken diensten zijn gehouden aan het beroepsgeheim conform het Strafwetboek.
- Partijen informeren elkaar en stellen nader onderzoek in wanneer één of meerdere foutieve, onnauwkeurige, onvolledige, ontbrekende, verouderde of overtollige gegevens in de persoonsgegevens voorkomen.
- Er is een meldingsplicht voor beide partijen bij het vaststellen van gegevenslekken of ongeoorloofd gebruik van de gegevens.
Gezien dit protocol aansluit bij de bijzondere politieverordening van de gemeenteraad over de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5), is de gemeenteraad overeenkomstig bevoegd voor de goedkeuring van het protocol voor gegevensdeling.
Tot op vandaag hebben het bestuur, de politiezone, de sanctionerend ambtenaars en de betrokken diensten altijd de principes van het protocol gevolgd voor de verwerking van de GAS 5-vaststellingen: de goedkeuring van dit protocol is bijgevolg de officiële bevestiging van de voorwaarden voor de gegevensdeling.
Bevoegdheid en juridische grond
- het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden
- de Verord. (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (AVG)
- de Richtl. (EU) nr. 2016/680, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (RGS)
- de wet op het politieambt (WPA) van 5 augustus 1992, art 14 en 15
- de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, Titel 2
- het Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur, in het bijzonder artikel 2, § 2 en artikel 286
- het gemeenteraadsbesluit van 31 mei 2021 over de aanstelling van sanctionerend ambtenaars GAS 5 dossiers
- het gemeenteraadsbesluit van 30 augustus 2021 over de vaststelling van de bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve geldboetes voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5), laatst gewijzigd op 13 december 2021
Financiële gevolgen
/
Bijlagen
- Ontwerp protocol tussen de Politiezone Regio Tielt en de gemeente Wingene over de mededeling van persoonsgegevens voor de verwerking van GAS-boetes
- het advies van DPO Wingene van 25 oktober 2023
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het protocol goed, af te sluiten tussen de Politiezone Regio Tielt en de gemeente Wingene over de mededeling van persoonsgegevens voor de verwerking van GAS-boetes. Dit protocol is toegevoegd als bijlage bij dit besluit en maakt er integraal deel van uit.
Artikel 2
Politiezone Regio Tielt ontvangt een afschrift van dit besluit en de bijlage.
De gemeenteraad stelt zijn deel van de vierde aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 vast en keurt de nominatieve toelagen voor het jaar 2024 goed.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De gemeenteraad stelt zijn strategisch meerjarenplan en de bijhorende aanpassingen 2020-2025 vast. In de BBC (beheers- en beleidscyclus) wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het meerjarenplan vormt immers de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de komende zes jaar.
Feiten, context en argumentatie
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld. Dit meerjarenplan wordt minimaal één keer per jaar aangepast. Omdat de financiële nota minstens de drie komende jaren moet bevatten, werd deze uitgebreid met het jaar 2026.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De ramingen, die het bestuur voor het boekjaar 2023 en 2024 in het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, omvatten ook de kredieten voor dat jaar. In het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW worden afzonderlijke kredieten per rechtspersoon ingeschreven. De gemeente en het OCMW blijven immers twee afzonderlijke budgettaire entiteiten. De kredieten worden duidelijk toegewezen aan elke rechtspersoon afzonderlijk, ook al wordt het beleid van beide als één geheel voorgesteld.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing aan het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
- de gemeenteraad stelt zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
- vervolgens stelt de raad voor maatschappelijk welzijn zijn deel van de aanpassing het meerjarenplan vast;
- de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld en keurt bijgevolg de geïntegreerde aanpassing aan het beleidsrapport strategisch meerjarenplan 2020-2025 goed.
Het ontwerp van de aanpassing het meerjarenplan werd minstens 14 dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de raad bezorgd zoals opgenomen in de bepalingen van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Het ontwerp van de aanpassing meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Wijzigingen van de strategische nota
• Aangepaste financiële nota
o Aangepast financieel doelstellingenplan (M1);
o Aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2);
o Aangepast overzicht van de kredieten (M3).
• Aangepaste toelichting
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Evolutie financiële schulden (T4);
o Financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is
• Motivering van de wijzigingen
• Documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is beschikbaar op de website van de gemeente.
In het meerjarenplan worden ook de kredieten voor nominatieve toelagen vastgelegd. De gemeenteraad is bevoegd voor het goedkeuren van nominatieve toelagen. Een overzicht van alle gemeentelijke toelagen is raadpleegbaar bij de documentatie op de gemeentelijke website. Als bijlage bij dit agendapunt is ook het overzicht raadpleegbaar van alle nominatieve toelagen. De gemeenteraad kan op die manier de nominatieve toelagen voor het jaar 2024 goedkeuren voor uitbetaling. De uitbetaling kan dan gebeuren in de loop van het jaar 2024. Deze uitbetaling kan zonder specifieke reden zijn, of nadat de activiteit die gesubsidieerd wordt is doorgegaan.
Toelichting door de financieel directeur.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
- het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- de omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
- de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
- het besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2019 waarbij het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad werd vastgesteld
- het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 waarbij het meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld
- het gunstig advies van het managementteam van 20 oktober 2023
Financiële gevolgen
Het meerjarenplan van gemeente en OCMW voldoet aan de voorwaarden omtrent het financieel evenwicht:
- het budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief
- de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul
Het meerjarenplan voor gemeente en OCMW samen, voldoet hiermee aan de opgelegde voorwaarden.
Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor gemeente en OCMW in 2025 is positief, waarmee ook aan de niet bindende voorwaarde voor het financieel evenwicht is voldaan
Bijlagen
- Vierde aanpassing van het meerjarenplan gemeente 2020-2025
- Overzicht nominatieve toelagen 2024
Na stemming over dit agendapunt, om 20.35 uur, wordt de gemeenteraad geschorst om de aanpassing 4 aan het strategisch meerjarenplan OCMW Wingene goed te keuren. De volledige OCMW-raad wordt afgewerkt.
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad stelt de vierde aanpassing van het meerjarenplan, deel gemeente, 2020-2025 vast.
Artikel 2
Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat van gemeente en OCMW bedraagt:
in 2020: 11.317.695 euro
in 2021: 15.301.468 euro
in 2022: 15.030.509 euro
in 2023: 9.694.725 euro
in 2024: 2.941.692 euro
in 2025: 1.439.018 euro
in 2026: 4.144.908 euro
De geraamde autofinancieringsmarge van gemeente en OCMW bedraagt in 2025: 926.079 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van gemeente en OCMW bedraagt in 2025: 1.430.658 euro.
Artikel 3
De aangepaste kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2023 (M3) worden vastgesteld:
Totaal exploitatie-uitgaven: 20.371.468 euro
Totaal exploitatie-ontvangsten: 21.677.017 euro
Totaal investeringsuitgaven: 7.644.345 euro
Totaal investeringsontvangsten: 1.778.866 euro
Totaal financieringsuitgaven: 1.037.003 euro
Totaal financieringsontvangsten: 305.055 euro
Artikel 4
De kredieten van de gemeente voor het boekjaar 2024 (M3) worden vastgesteld:
Totaal exploitatie-uitgaven: 19.443.420 euro
Totaal exploitatie-ontvangsten: 21.491.439 euro
Totaal investeringsuitgaven: 8.175.455 euro
Totaal investeringsontvangsten: 928.663 euro
Totaal financieringsuitgaven: 1.015.810 euro
Totaal financieringsontvangsten: 399.262 euro
Artikel 5
De gemeenteraad keurt de nominatieve toelagen voor het jaar 2024, zoals voorzien in het meerjarenplan, goed. De uitbetaling kan gebeuren in de loop van het jaar 2024.
Deze uitbetaling kan zonder specifieke reden zijn, of nadat de activiteit die gesubsidieerd wordt is doorgegaan.
De gemeenteraad keurt het deel van de vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW goed en bijgevolg wordt het geïntegreerd beleidsrapport aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De gemeenteraad keurt het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW goed. In de BBC (beleids- en beheerscyclus) wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het meerjarenplan vormt immers de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de komende zes jaar en wordt minstens één keer per jaar aangepast.
Feiten, context en argumentatie
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld. Dit meerjarenplan wordt minstens één keer per jaar aangepast.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De ramingen, die het bestuur voor de boekjaren 2023 en 2024 in het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, omvatten ook de kredieten voor dat jaar. In het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW worden afzonderlijke kredieten per rechtspersoon ingeschreven. De gemeente en het OCMW blijven immers twee afzonderlijke budgettaire entiteiten. De kredieten worden duidelijk toegewezen aan elke rechtspersoon afzonderlijk, ook al wordt het beleid van beide als één geheel voorgesteld.
De gemeente en het OCMW hebben een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben wel nog hun eigen bevoegdheid voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan werd minstens 14 dagen voor de vergadering waarop het wordt besproken bezorgd aan ieder lid van de raad volgens de bepalingen opgenomen in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
- de gemeenteraad stelt zijn deel van de aanpassing het meerjarenplan vast;
- vervolgens stelt de raad voor maatschappelijk welzijn zijn deel van de aanpassing van het meerjarenplan vast;
- de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld en stelt het geïntegreerd beleidsrapport aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 vast.
Het ontwerp van meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Wijzigingen van de strategische nota
• Aangepaste financiële nota
o Aangepast financieel doelstellingenplan (M1);
o Aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2);
o Aangepast overzicht van de kredieten (M3).
• Aangepaste toelichting
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Evolutie financiële schulden (T4);
o Financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is
• Motivering van de wijzigingen
• Documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is beschikbaar op de website van de gemeente.
Toelichting door de financieel directeur.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
- het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen
- de omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
- de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
- het besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2019 betreffende het vaststellen van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, laatst gewijzigd in zitting van 22 november 2021
- het gunstig advies van het managementteam van 20 oktober 2023
Financiële gevolgen
Het meerjarenplan van gemeente en OCMW voldoet aan de voorwaarden omtrent het financieel evenwicht:
- het budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief.
- de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
De kapitaalsaflossingen voor het jaar 2026 worden geraamd op 678.266 euro.
Het meerjarenplan voor gemeente en OCMW voldoet hiermee aan de opgelegde voorwaarden.
Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor gemeente en OCMW in 2025 is positief, waarmee ook aan de niet bindende voorwaarde voor het financieel evenwicht is voldaan.
Bijlagen
- Vierde aanpassing van het meerjarenplan gemeente en OCMW 2020-2025
- Presentatie financiële indicatoren
Na de vaststelling van aanpassing 4 van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 door de OCMW-raad en de afwerking van de zitting van de OCMW-raad, om 20.39 uur, wordt de gemeenteraad hernomen.
Besluit
Artikel 1
De vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW wordt goedgekeurd en bijgevolg wordt het geïntegreerd beleidsrapport aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld.
Artikel 2
Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat van gemeente en OCMW bedraagt:
in 2020: 11.317.695 euro
in 2021: 15.301.468 euro
in 2022: 15.030.509 euro
in 2023: 9.694.725 euro
in 2024: 2.941.692 euro
in 2025: 1.439.018 euro
in 2026: 4.144.908 euro
De geraamde autofinancieringsmarge van gemeente en OCMW bedraagt in 2025: 926.079 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van gemeente en OCMW bedraagt in 2025: 1.430.658 euro.
Artikel 3
Het geraamde geconsolideerde beschikbaar budgettair resultaat van gemeente, OCMW en AGB bedraagt:
in 2020: 11.808.454 euro
in 2021: 15.484.190 euro
in 2022: 15.427.513 euro
in 2023: 11.021.130 euro
in 2024: 4.367.300 euro
in 2025: 2.795.618 euro
in 2026: 5.680.291 euro
De geraamde geconsolideerde autofinancieringsmarge van gemeente, OCMW en AGB bedraagt in 2025: 1.057.071 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van gemeente, OCMW en AGB bedraagt in 2025: 1.561.649 euro.
De gemeenteraad keurt de vierde aanpassing van het strategisch meerjarenplan 2020-2025 van het AGB goed.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De gemeenteraad keurt het strategisch meerjarenplan 2020-2025 van het AGB goed. In de BBC wordt de beleids- en financiële planning opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Het meerjarenplan vormt immers de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de komende zes jaar en wordt minstens één keer per jaar aangepast.
Feiten, context en argumentatie
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur reikt oplossingen aan om een echt geïntegreerd lokaal sociaal beleid mogelijk te maken, met respect voor de verschillende rechtspersonen, die erbij betrokken zijn. Daaruit volgt dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
Op die manier kan een geïntegreerd lokaal sociaal beleid maximaal worden gerealiseerd: beide rechtspersonen hebben samen één doelstellingenboom, waarbij de doelstellingen van het OCMW en die van de gemeente vervlochten zijn. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor de gemeente en het OCMW samen.
Omdat elke rechtspersoon voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan een duidelijk onderscheid bestaan tussen de kredieten van de gemeente en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (schema M3), waarin de kredieten voor de gemeente en het OCMW apart worden opgenomen.
De autonome gemeentebedrijven maken hun meerjarenplannen op volgens hetzelfde concept en dezelfde logica als hun moederbesturen. Dat komt de herkenbaarheid voor de raadsleden, de transparantie en de democratische controle ten goede en maakt het ook makkelijker om te werken met een geïntegreerde planning over de verschillende entiteiten heen die in een bepaalde gemeente actief zijn.
De raad van bestuur stelt het meerjarenplan en de aanpassingen ervan vast en legt ze ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad. De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering in het lopende en eerstvolgende jaar van de financiële nota van het meerjarenplan omvatten ook de kredieten voor dat boekjaar (art. 242 Decreet lokaal bestuur). Gezien de financiële nota minimum drie jaar moet bevatten, werd deze uitgebreid met het jaar 2026.
Om de definitieve cijfers voor het AGB te kunnen opnemen in de vierde aanpassing van het meerjarenplan van het moederbestuur is het aangewezen dat de vaststelling/goedkeuring van de vierde aanpassing van het meerjarenplan van het AGB plaats vindt voor de vaststelling van de vierde vaststelling van het meerjarenplan gemeente en het OCMW.
Die besluitvorming verloopt als volgt:
• de raad van bestuur stelt de vierde aanpassing van het strategisch meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte de vierde aanpassing van het strategisch meerjarenplan AGB goed.
Het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan AGB werd aan ieder lid van de raad van bestuur bezorgd volgens de bepalingen opgenomen in het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur AGB en het decreet lokaal bestuur. Concreet betekent dit dat het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan minstens 14 dagen vooraf aan de leden van de RvB moet worden bezorgd (art. 249,§2 DLB samen met art. 241).
Het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan bevat volgende documenten:
• Wijzigingen van de strategische nota
• Aangepaste financiële nota
o Aangepast financieel doelstellingenplan (M1);
o Aangepaste staat van het financieel evenwicht (M2);
o Aangepast overzicht van de kredieten (M3).
• Aangepaste toelichting
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (T1);
o Aangepast overzicht ontvangsten en uitgaven naar economische aard (T2);
o Investeringsprojecten - per prioritaire actie (T3);
o Evolutie financiële schulden (T4);
o Financiële risico's;
o Beschrijving grondslagen en assumpties;
o Verwijzing naar de plaats waar bijkomende documentatie beschikbaar is
• Motivering van de wijzigingen
• Documentatie bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is beschikbaar op de website van de gemeente.
Toelichting door de financieel directeur
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur
- het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, het laatst gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 september 2018 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
- de omzendbrief KB/ABB-2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
- de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
- de statuten van het AGB, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2018
- het besluit van de raad van bestuur AGB van 28 januari 2019 waarbij het huishoudelijk reglement voor de raad van bestuur AGB werd vastgesteld, laatst gewijzigd in zitting van 22 november 2021.
- het gunstig advies van het managementteam van 20 oktober 2023.
Financiële gevolgen
Het meerjarenplan van AGB voldoet aan de voorwaarden omtrent het financieel evenwicht:
- het budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief.
- de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
Het meerjarenplan voor het AGB voldoet hiermee aan de opgelegde voorwaarden.
Ook de gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor het AGB in 2025 is positief, waarmee ook aan de niet bindende voorwaarde voor het financieel evenwicht is voldaan.
Bijlagen
- Vierde aanpassing van het meerjarenplan AGB 2020-2025
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de vierde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB goed.
Artikel 2
Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat van het AGB bedraagt:
in 2020: 490.759 euro
in 2021: 182.722 euro
in 2022: 397.005 euro
in 2023: 1.326.404 euro
in 2024: 1.425.608 euro
in 2025: 1.356.600 euro
in 2026: 1.535.382 euro
De geraamde autofinancieringsmarge van het AGB bedraagt in 2025: 130.992 euro
De geraamde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van het AGB bedraagt in 2025: 130.992 euro.
Artikel 3
De aangepaste kredieten van het AGB voor het boekjaar 2022 (M3) worden goedgekeurd:
Totaal exploitatie-uitgaven: 1.735.395 euro
Totaal exploitatie-ontvangsten: 3.358.993 euro
Totaal investeringsuitgaven: 941.163 euro
Totaal investeringsontvangsten: 246.965 euro
Totaal financieringsuitgaven: 0 euro
Totaal financieringsontvangsten: 0 euro
Artikel 4
De kredieten van het AGB voor het boekjaar 2023 (M3) worden goedgekeurd:
Totaal exploitatie-uitgaven: 1.649.805 euro
Totaal exploitatie-ontvangsten: 1.859.208 euro
Totaal investeringsuitgaven: 130.200 euro
Totaal investeringsontvangsten: 20.000 euro
Totaal financieringsuitgaven: 0 euro
Totaal financieringsontvangsten: 0 euro
Artikel 5
Het geraamde geconsolideerde beschikbaar budgettair resultaat van gemeente, OCMW en AGB bedraagt:
in 2020: 11.808.454 euro
in 2021: 15.484.190 euro
in 2022: 15.427.513 euro
in 2023: 11.021.130 euro
in 2024: 4.367.300 euro
in 2025: 2.795.618 euro
in 2026: 5.680.291 euro
De geraamde geconsolideerde autofinancieringsmarge van gemeente, OCMW en AGB bedraagt in 2025: 1.057.071 euro
De geraamde geconsolideerde gecorrigeerde autofinancieringsmarge van gemeente, OCMW en AGB bedraagt in 2025: 1.561.649 euro.
De gemeenteraad keurt de extra nominatieve toelagen voor het werkjaar 2023 vast, en beslist om hiervoor budget te voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Samen met de laatste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 werd ook de lijst met nominatieve toelagen voor het werkjaar 2023 vastgesteld. Gedurende het werkjaar kan de nood ontstaan om nominatieve toelagen toe te kennen die niet in de vastgestelde lijst opgenomen zijn. Het toekennen van nominatieve toelagen is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
Feiten, context en argumentatie
We stellen voor om volgende nominatieve toelagen vast te stellen, en hiervoor budget te voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan:
- Project SOS Goma zuster Lea Oosterlinck: 2.500 euro.
- De gemeente mocht een gift ontvangen van baron De Cloet van 6.500 euro voor de aankoop van een duofiets. Naar aanleiding van deze gift en verdere prospectie, is het voorstel om een subsidie te voorzien aan beide woonzorgcentra in de gemeente voor de aankoop van een duofiets. Zowel woonzorgcentrum Amphora als Het Laar zouden zo een subsidie van 11.213,73 euro ontvangen vanuit de gemeente. Na aftrek van de gift van baron De Cloet komt de uiteindelijke netto bijdrage door de gemeente op 15.927,46 euro.
- Bike for life: De medewerkers fietsten samen 1610 ritten en legden zo 6.164,09 kilometer af. Het voorstel is om 0,5 euro per rit te schenken aan Bike for Life en 1 euro voor een lokaal sociaal project binnen de doelstelling ‘iedereen fietst’. Goed voor een bedrag van 805 euro dat naar 'Een fiets voor iedereen' gaat en 1.610€ dat naar een lokaal sociaal project gaat. Het voorstel van Dienst Welzijn is om verkeersveilige items aan te schaffen, zoals helmen, fluohesjes, fietssloten en fietslampjes, gericht op kinderen uit kwetsbare gezinnen. Deze verkeersveilige items kunnen aangekocht worden middels bestelbon, en via de Dienst Welzijn toegewezen worden.
- Volgende nominatieve toelagen waren niet voorzien bij de laatste aanpassing van het meerjarenplan, terwijl deze verenigingen vergelijkbaar zijn met andere verenigingen die wel opgenomen waren in het meerjarenplan: S-Plus Zwevezele voor 180 euro, Koninklijke Sint-Elooisgilde Wingene Centrum voor 90 euro en het feestcomité de vierwegenvrienden voor 60 euro.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 41, 23°
Financiële gevolgen
De nodige kredieten voor de te voorziene nominatieve toelagen zal voorzien worden bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad stelt volgende extra nominatieve toelagen voor het werkjaar 2023 vast, en beslist om hiervoor budget te voorzien bij de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025:
- Project SOS Goma zuster Lea Oosterlinck: 2.500 euro.
- aankoop van een duofiets om te schenken aan wzc Amphora in Wingene ter waarde van 11.213,73 euro.
- aankoop van een duofiets om te schenken aan wzc Het Laar in Zwevezele ter waarde van 11.213,73 euro.
- Bike for life ten voordele van 'Een fiets voor iedereen': 805 euro.
- Bike for life aankoop van verkeersveilige items zoals helmen, fluohesjes, fietssloten en fietslampjes, gericht op kinderen uit kwetsbare gezinnen
- S-Plus Zwevezele: 180 euro
- Koninklijke Sint-Elooisgilde Wingene Centrum: 90 euro
- Feestcomité de vierwegenvrienden: 60 euro
De gemeenteraad keurt de dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente en AGB Wingene, met ingang van 1 januari 2024, goed. De huidige dienstverleningsovereenkomst blijft van kracht tot en met 31 december 2023 en is daarna niet meer van toepassing.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Het autonoom gemeentebedrijf (AGB) dat de sportinfrastructuur uitbaat, is onderworpen aan de vennootschapsbelasting en wordt verondersteld winst te maken. De activiteiten van het AGB zijn op zich niet zelfbedruipend. Een gemeentelijke financiële inbreng in de werking is dan ook noodzakelijk om winst te kunnen maken.
De financiële inbrengt gebeurt aan de hand van prijssubsidies. Op die prijssubsidies betaalt de gemeente ook een aandeel BTW. Deze BTW is voor de gemeente niet aftrekbaar. Het is dan ook van belang om de benodigde prijssubsidies zo laag mogelijk te houden.
Feiten, context en argumentatie
In de dienstverleningsovereenkomst tussen de gemeente en het AGB is voorzien dat de gemeente jaarlijks een vergoeding vraagt aan het AGB voor het gebruik van middelen van en door de gemeente ten dienste van het AGB. Deze vergoeding is jaarlijks indexeerbaar, en bedraagt op vandaag afgerond 100.000 euro. Deze vergoeding zorgt in het AGB voor meer uitgaven, die via de gemeentelijke prijssubsidie terug gecompenseerd moeten worden en waarop de gemeente dan een BTW aandeel van minimum 6% of 6.000 euro en maximum 21% of 21.000 euro moet betalen.
De btw-administratie aanvaardt dat dienstprestaties en goederenleveringen onder bezwarende titel door de gemeente aan haar AGB, ongeacht de omvang ervan, niet leiden tot concurrentieverstoring. Er dient dus over deze handelingen geen btw te worden aangerekend. Dit is een gewijzigd standpunt ten opzichte van eerdere BTW interpretaties.
We stellen dan ook voor om de dienstverleningsovereenkomst tussen de gemeente en het AGB met ingang van 1 januari 2024 aan te passen en in artikel 3 zowel het gebruik van middelen als het gebruik van personeel van de gemeente kosteloos ter beschikking te stellen van het autonoom gemeentebedrijf.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- de beslissingen van de gemeenteraad en de raad van bestuur van het AGB van 29 mei 2017 "Dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente en het autonoom gemeentebedrijf hervaststellen"
Financiële gevolgen
- Minder te betalen btw door de gemeente van minimum 6% of 6.000 euro en maximum 21% of 21.000 euro.
Bijlagen
- 20231218_DO_dienstverleningsovereenkomst_Wingene_GEM_AGB (nieuw)
- 20170529_DO_dienstverleningsovereenkomst_Wingene_GEM_AGB (komt te vervallen)
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de dienstverleningsovereenkomst tussen gemeente en AGB Wingene, met ingang van 1 januari 2024, goed. De huidige dienstverleningsovereenkomst blijft van kracht tot en met 31 december 2023 en is daarna niet meer van toepassing.
De gemeenteraad stelt het reglement vast rond waarborgen en openbaar domein in kader van omgevingsvergunningen.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De verschillende soorten waarborgen die momenteel bij omgevingsvergunningen kunnen opgevraagd worden en de daarbij horende procedure voor controle en vrijgave, zijn niet geregeld in een gemeentelijk reglement. Naast de standaard waarborg van 250 euro voor de staat van het openbaar domein (opgelegd in de algemene vergunningsvoorwaarden), worden soms nog specifieke waarborgen opgelegd bijvoorbeeld bij verkavelingsvergunningen en reliëfwijzigingen.
De huidige regeling is echter - zeker voor de waarborgen voor openbaar domein - niet meer doeltreffend en er was nood aan een grondige procesoptimalisatie. Daarnaast staat er nog een aanzienlijk bedrag aan niet-opgevraagde waarborgen op de rekening van de gemeente, soms tot meer dan 30 jaar terug. Eind 2022 werd een project opgestart door Afdeling Ruimte en Dienst Financiën om dit proces in zijn totaliteit grondig te herwerken.
Doelstelling is om enerzijds een reglement voor de verschillende waarborgen bij omgevingsvergunningen vast te stellen en anderzijds om de hele procesketen (opvolging van betaling, controle, besluitvorming, terugbetaling, communicatie naar aanvragers) te vereenvoudigen en te optimaliseren. Anderzijds moest er een oplossing gezocht worden om het historisch passief van openstaande waarborgen weg te werken, specifiek van omgevingsvergunningen, verwijzend naar de collegebeslissing hierover van 19 april 2022.
Na verschillende besprekingen in de collegezittingen van 13 februari 2023, 5 juni 2023 en 20 november 2023, wordt het ontwerp van reglement voorgesteld.
Feiten, context en argumentatie
Het reglement beschrijft de waarborgen bij omgevingsvergunningen voor:
Het nieuwe reglement gaat in werking op 1 januari 2024.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meerbepaald artikel 4.2.16 §2
- het Omgevingsvergunningendecreet van 25 april 2014, meerbepaald artikel 77
- het Instrumentendecreet van 26 mei 2023, meerbepaald artikels 105-106
- het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting (de niet-aangesloten binneninstallatie en installaties voor tweedecircuitwater in onroerende goederen die niet aangesloten zijn of worden op het openbaar waterdistributienetwerk), en het algemeen waterverkoopreglement, meerbepaald artikel 12/1.
Financiële gevolgen
De openstaande waarborgen voor omgevingsvergunningen bedroegen op 16 november 2023 € 416.334,64 euro, waarvan €244.355,64 daterend van voor 1/1/2018.
Bijlagen
- ontwerpreglement
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het reglement vast rond waarborgen en openbaar domein in kader van omgevingsvergunningen. Het reglement in bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
Artikel 2
Het reglement rond waarborgen en openbaar domein in kader van omgevingsvergunningen treedt in werking op 1 januari 2024.
De gemeenteraad beslist om voor het aanslagjaar 2024 1.008 opcentiemen op de onroerende voorheffing te vestigen.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De onroerende voorheffing is een gewestbelasting, gevestigd op het kadastraal inkomen van onroerende goederen: gronden, woningen, gebouwen en sommige bedrijfsuitrusting.
Gemeenten en provincies kunnen opcentiemen vestigen op de gewestelijke basisbelasting. De opcentiemen worden samen met de basisbelasting ingevorderd door de Vlaamse Belastingdienst en later doorgestort naar de provincies en de gemeenten.
Feiten, context en argumentatie
De gemeentelijke opcentiemen op onroerende voorheffing worden voor het dienstjaar 2024 vastgesteld op 1.008 opcentiemen.
Bevoegdheid en juridische grond
- de grondwet, in het bijzonder artikel 170 §4
- het gecoördineerde wetboek op de inkomstenbelasting 1992, in het bijzonder artikel 464/1 §1
- het decreet van 13 december 2013 houdende Vlaamse codex fiscaliteit, in het bijzonder artikel 2.1.4.0.2 en 3.1.0.0.4
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40 en 41
- de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit
Financiële gevolgen
De ontvangsten zijn voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 via:
- MJP001045 Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing
- actie 11.01.09: We investeren in opvolgsystemen voor te ontvangen gelden of werken de bestaande opvolgsystemen nog verder uit
- verantwoordelijke dienst: Financiën
Besluit
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2024 worden ten bate van de gemeente 1.008 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
De aanvullende belasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2024 wordt vastgesteld op 7,8 %.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) is één van de belangrijkste ontvangsten voor de gemeenten. De APB wordt gevestigd als een percentage op de inkomstenbelastingen die geregeld, gevestigd en ingevorderd worden door de federale overheid. Dit percentage dient jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld te worden.
Feiten, context en argumentatie
De aanvullende belasting op de personenbelasting voor het aanslagjaar 2024 wordt vastgesteld op 7,8 %.
Bevoegdheid en juridische grond
- het gecoördineerde wetboek op de inkomstenbelasting 1992, in het bijzonder artikel 464 tot 470/2
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40 en 41
Financiële gevolgen
De ontvangsten zijn voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 via:
- MJP001046 Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting
- actie 11.01.09: We investeren in opvolgsystemen voor te ontvangen gelden of werken de bestaande opvolgsystemen nog verder uit
- verantwoordelijke dienst: financiën
Besluit
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2024 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 7,8 % van de volgens artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belasting geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelasting.
De gemeenteraad stelt het belastingreglement op nachtwinkels voor het jaar 2024 vast.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Het huidige belastingreglement op nachtwinkels loopt ten einde op 31 december 2023. Het is aangewezen en noodzakelijk om voor het jaar 2024 het belastingreglement opnieuw vast te stellen.
Feiten, context en argumentatie
De éénmalige openingsbelasting wordt vastgesteld op 6.000 euro en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op 1.500 euro per nachtwinkel, en is verschuldigd vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel.
Bevoegdheid en juridische grond
- de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening
- de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, samen geordend op 3 april 1953, in het bijzonder artikel 48
- het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012
- het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder art. 40 en 41
Financiële gevolgen
Gelet op de financiële toestand van de gemeente
De te boeken ontvangsten zijn voorzien in het strategisch meerjarenplan 2020-2025 via:
- MJP001059 Belasting op nachtwinkels
- actie 11.01.09: We investeren in opvolgsystemen voor te ontvangen gelden of werken de bestaande opvolgsystemen nog verder uit
- verantwoordelijke dienst FINANCIËN
Er is 1.500 euro per jaar voorzien.
Bijlagen
- het belastingreglement op nachtwinkels 2024
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad heft voor het aanslagjaar 2024 een belasting op nachtwinkels en stelt hiervoor het belastingreglement nachtwinkels 2024 vast. Het belastingreglement als bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing.
De gemeenteraad heft de retributieverordening op het parkeren in blauwe zone van 28 september 2015 op vanaf 1 januari 2024 en machtigt het college om een retributie op het parkeren in blauwe zone en de voorwaarden ervan vast te stellen.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De gemeenteraad kan aan het college van burgemeester en schepenen machtiging verlenen om een retributie en de voorwaarden ervan vast te stellen. De raad kan daarbij het minimum- en maximumbedrag van de retributie bepalen, maar dat is niet noodzakelijk. De raad kan het college ook machtigen om vrijstellingen of verminderingen toe te kennen aan de door de gemeenteraad bepaalde categorieën.
De vorige machtiging dateert van 16 december 2019. Toen werd beslist om de retributieverordening op het parkeren in een blauwe zone, vastgesteld door de gemeenteraad op 28 september 2015 ongewijzigd verder te laten lopen en nog niet op te nemen in de machtiging aan het college van burgemeester en schepenen.
Feiten, context en argumentatie
Op 1 september 2023 trad de nieuwe wet 'schulden van de consument' in werking. De invordering van parkeerretributies wordt hierdoor onder andere getroffen, met als gevolg dat het huidige retributiereglement hieraan aangepast moet worden.
Mede door deze wijzigingen, is het aangewezen om de retributieverordening op het parkeren in een blauwe zone op te heffen vanaf 1 januari 2024, en de machtiging van 16 december 2019 aan het college uit te breiden om het nieuwe retributiereglement vast te stellen. Door de machtiging aan het college van burgemeester en schepenen, kan op een vlottere manier ingespeeld worden op veranderende omstandigheden die een aanpassing van de tarieven noodzakelijk maken. In geval van retributies is er eveneens een grote duidelijkheid over door wie de retributies verschuldigd is, namelijk de gebruiker van de dienst.
Bevoegdheid en juridische grond
- de Grondwet, artikel 170, §4, eerste lid
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 41, tweede lid, 14°
- de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit
Financiële gevolgen
De ontvangsten uit de retributieverordening op het parkeren in een blauwe zone stromen integraal door naar de firma die in staat voor de handhavingen invordering van de retributies.
Bijlagen
- De retributieverordening op het parkeren in een blauwe zone, vastgesteld door de gemeenteraad op 28 september 2015 (komt te vervallen vanaf 2024)
- Schrijven van de Belgische Parkeerfederatie v.z.w.
- Invorderingsprocedure bonnen vanaf 1 september 2023
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad heft de retributieverordening op het parkeren in blauwe zone van 28 september 2015 op vanaf 1 januari 2024.
Artikel 2
De gemeenteraad machtigt het college om een retributie op het parkeren in blauwe zone en de voorwaarden ervan vast te stellen.
Artikel 3
De retributie is verschuldigd door de derde die gebruik maakt van de dienst of voor wie de gemeente de dienst verricht.
Artikel 4
De inning van de retributies kan contant gebeuren of via factuur, en dit in functie van de praktische mogelijkheden en kan gedelegeerd worden aan een externe firma.
Artikel 5
Bij niet-betaling van betwiste retributies dient de invordering te gebeuren via de burgerlijke rechtspleging.
De gemeenteraad gaat over tot desaffectatie van de grond gelegen op openbaar domein Hille Noord, kadastraal bekend als 2e afd. sectie C met een oppervlakte van 1.618m² zoals blijkt uit het opmetingsplan en hecht goedkeuring aan de verkoop van de grond gelegen op openbaar domein aan de totale verkoopprijs van 290.640 euro.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Raadslid Rinus Degroote neemt plaats in het publiek en stemt niet mee in toepassing bepalingen decreet lokaal bestuur artikel 27 §1.
Het gemeentebestuur ontving op 16 juni 2021 het schrijven van de onderneming Degroote Trucks en Trailers. De aanvrager wenst een gedeelte de doodlopende straat Hille-Noord over te nemen zoals mogelijk gemaakt in het RUP Regionaal bedrijventerrein Hille Noord.
De landmeter bezorgde in juni 2022 het aangepaste opmetingsplan.
In zitting van de gemeenteraad van 26 juni 2023 werd het nieuwe rooilijnplan van Hille-Noord definitief vastgesteld.
Feiten, context en argumentatie
Door de definitieve goedkeuring van het nieuwe rooilijnplan na bekendmaking, kan nu de desaffectatie gebeuren en zo ook de verkoop ervan aan bedrijfswagens Degroote Trucks en Trailers.
Deze verkoop bevat een gedeelte van de openbare weg dat ingesloten ligt met rondom het bedrijf Degroote. Eveneens wordt in de akte opgenomen dat de maatschappijen van ondergronds gelegen nutsleidingen ten alle tijde toegang moeten blijven hebben tot hun kabels en verlichtingspalen. Hierdoor kan dit perceel enkel interessant zijn voor firma Degroote en is het aangewezen niet openbaar te verkopen aan mogelijks nog een derde partij. Bijgevolg ging het bestuur in onderhandeling met de kandidaat koper.
De te verkopen oppervlakte bedraagt 1.618m². De totale afgesproken verkoopprijs is 290.640 euro: (1.618m² grond x 130 €/m²) + (803m² wegenis x 100) = 210.340 euro + 80.300 euro. Dit is ruim hoger dan de geschatte waarde van 233.000 euro.
Na goedkeuring in de gemeenteraad start de notaris met opmaak van de akte en kan deze vervolgens verleden worden.
Bevoegdheid en juridische grond
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 285§1
Financiële gevolgen
De totale opbrengst bedraagt 290.640,00 euro en is voorzien in het meerjarenplan.
- raming MJP001892 - Verkoop van gronden
- Actie 11.04.02: We spelen in op opportuniteiten wat de vastgoedportefeuille en de strategische grondverwerving betreft
- Dienst Financiën
Bijlagen
- opmetingsplan
- GR beslissing 26 juni 2023 houdende de vaststelling van het nieuwe rooilijnplan
- schattingsverslag
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het opmetingsplan en het schattingsverslag zoals opgemaakt door Landmeter Dirk Bonneure uit Tielt dd VH&C landmeters dd. 2 juni 2022.
Artikel 2
De gemeenteraad gaat over tot desaffectatie van de grond gelegen op openbaar domein Hille Noord, kadastraal bekend als 2e afd. sectie C met een oppervlakte van 1.618m² zoals blijkt uit het opmetingsplan.
Artikel 3
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de verkoop van de grond gelegen op openbaar domein aan de totale verkoopprijs van 290.640 euro: (1.618m² x 130) + (803m² wegenis x 100).
Artikel 4
De akte zal ondertekend worden door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan scholengroep Driespan om in het kader van de fusie van de 3 schoolbesturen in Driespan, met inkanteling van de vzw's schoolbesturen van Zwevezele en Ruiselede in de vzw schoolbestuur van Wingene, de erfpachtakte van De Vlieger over te brengen naar de nieuwe vzw Vrij Katholiek Basisonderwijs Driespan.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Op 19 oktober 2005 werd een erfpachtrecht gevestigd tussen gemeente Wingene en Vrije Katholieke Scholen van Zwevezele voor de centrumschool te Zwevezele.
Daarnaast is er op 24 februari 2020 beslist een recht van opstal te geven aan school De Vlieger voor de bouw van de buitenschoolse kinderopvang en voor het verkrijgen van een huursubsidie heeft scholengemeenschap Driespan op 30 augustus 2021 de officiële toestemming gekregen van de gemeente om over te gaan tot verhuur aan Vrije Katholieke Scholen Zwevezele.
Feiten, context en argumentatie
Zowel in de erfpacht als in het recht van opstal staat:
'Mits schriftelijke toestemming van de opstalgever en de grondeigenaar, kan de opstalhouder de gebouwen en/of het recht van opstal geheel of gedeeltelijk over- dragen, het in pand of hypotheek geven of het inbrengen in vennootschap, telkens beperkt tot de duur van het opstalrecht.
In dergelijke gevallen zal de opstalhouder solidair gebonden blijven voor de betaling van de canon en welkdanige lasten.
De opstalhouder mag het in opstal gegeven goed en de door haar aangebrachte bouwwerken noch geheel, noch gedeeltelijk verhuren of in gebruik geven aan een derde, behoudens schriftelijk akkoord van de grondeigenaar en de erfpachter.'
Momenteel bereidt de scholengroep Driespan in samenwerking met notaris Vanbeylen te Zwevezele de fusie voor van de 3 schoolbesturen in Driespan. Bedoeling is dat de vzw schoolbesturen van Zwevezele en Ruiselede inkantelen in de vzw schoolbestuur van Wingene onder de nieuwe naam: vzw Vrij Katholiek Basisonderwijs Driespan. Aangezien de erfpachtakte van De Vlieger ook mee verhuist naar de nieuwe vzw, vraagt de scholengroep Driespan hiervoor toelating aan de gemeente.
Bevoegdheid en juridische grond
- decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Bijlagen
- akte van erfpacht van 19 oktober 2005
- geregistreerde akte en gemeenteraadsbeslissing van 2 maart 2020 voor de ontwerpakte recht van opstal
- stedenbouwkundige inlichtingen
- brief vraag scholengroep
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan scholengroep Driespan om in het kader van de fusie van de 3 schoolbesturen in Driespan, met inkanteling van de vzw's schoolbesturen van Zwevezele en Ruiselede in de vzw schoolbestuur van Wingene, de erfpachtakte van De Vlieger over te brengen naar de nieuwe vzw Vrij Katholiek Basisonderwijs Driespan.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan Scholengemeenschap Driespan.
De gemeenteraad keurt de wijziging 2023 van het meerjarenplan 2020-2025 van kerkfabriek Sint-Aldegondis goed.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Het centraal kerkbestuur diende een wijziging van de gecoördineerde meerjarenplannen 2020-2025 van de kerkfabrieken in op 20 november 2023 met de vraag om die goed te keuren.
Feiten, context en argumentatie
Enkel kerkfabriek Sint-Aldegondis vroeg een aanpassing.
Deze meerjarenplanwijziging werd voorafgaandelijk besproken in het overleg tussen centraal kerkbestuur en gemeentebestuur Wingene van 11 september 2023.
Op 23 november 2023 gaf het Bisdom Brugge een gunstig advies over deze individuele meerjarenplanwijziging.
Door deze aanpassing stijgt de gemeentelijke werkingstoelage in 2024 met 13.292,02 euro en in 2025 met 8.116,43 euro. Daarentegen daalt de gemeentelijke werkingstoelage in 2023 met 24.480,24 euro. In totaal daalt deze dus met 3.071,79 euro.
Daarnaast voorziet de kerkfabriek de investeringstoelagen voor boekjaar 2023:
en voor boekjaar 2024:
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, meer bepaald artikels 32, 41 en 43
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Financiële gevolgen
Deze beslissing kadert in actie 11.03.05 van het strategisch meerjarenplan 2020-2025.
Bijlagen
- coördinatieverslag van het centraal kerkbestuur
- meerjarenplanwijziging van kerkfabriek Sint-Aldegondis, samen met het gunstig advies van Bisdom Brugge
- vergelijking tussen de vorige aanpassing van het meerjarenplan en deze aanpassing
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de wijziging 2023 van het meerjarenplan 2020-2025 van kerkfabriek Sint-Aldegondis goed.
Op 24 november 2023 diende het centraal kerkbestuur een gecoördineerde budgetwijziging 2023 in. Deze bevat de budgetwijzigingen opgemaakt door de kerkfabrieken Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius en Sint-Jan.
Gezien deze budgetwijzigingen 2023 passen binnen het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 moet de gemeenteraad hiervan akte nemen binnen de 50 dagen.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Op 24 november 2023 diende het centraal kerkbestuur een gecoördineerde budgetwijziging 2023 in. Deze bevat de budgetwijzigingen opgemaakt door de kerkfabrieken Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius en Sint-Jan. Gezien deze budgetwijzigingen 2023 passen binnen het aangepaste meerjarenplan 2020-2025 moet de gemeenteraad hiervan akte nemen binnen de 50 dagen.
Feiten, context en argumentatie
Deze gecoördineerde budgetwijziging 2023 werd goedgekeurd in het overleg tussen centraal kerkbestuur en gemeentebestuur Wingene van 11 september 2023.
Kerkfabriek Sint-Aldegondis voorziet 9.293,50 euro extra exploitatieontvangsten en laten hun exploitatie-uitgaven dalen met 9.293,50 euro. Hierdoor daalt de gemeentelijke exploitatietoelage met 18.108,50 euro van 32.034,04 euro naar 13.925,54 euro. Tevens voorzien ze de nodige investeringen conform hun aanpassing meerjarenplan. Het Bisdom gaf op op 23 november 2023 een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Amandus voorziet budget voor de hogere woningvergoeding (1.200 euro op MAR 113), 4.700 euro op MAR 119 voor enerzijds ontvangen injectievergoedingen (1.200 euro) en een provinciale subsidie voor de speciale poetsbeurt van de kerk (3.566,11). Daarnaast voorzien ze ook nog 200 euro netto-intresten uit de investeringsbeleggingen. Zo stijgen deze ontvangsten met 6.100 euro. De totale exploitatie-uitgaven verhogen ze met 6.100 euro door een verhoging met 600 euro van de uitgaven eredienst (wedden en vergoedingen), een verhoging met 4.500 euro voor het reinigen van de kerk (waarvan 3.566,11 euro voor de speciale poetsbeurt waarvoor ze ook een subsidie ontvangen), een verhoging met 710 euro van de brandverzekering van de kerk (MAR 2104) en een verhoging van 210 euro voor het bestuur van de eredienst vooral toe te wijzen aan hogere bankkosten. Tenslotte voorzien ze 80 euro voor de herbelegging van 1/3 van de netto-intresten investeringsbeleggingen. Door deze ingrepen blijft de gemeentelijke exploitatietoelage onveranderd op 96.776,75 euro.
Daarnaast werd 75.000 euro belegd in de staatsbon (MAR 436). In de loop van 2024 komt deze som terug naar de kerkfabriek. Het Bisdom gaf op 23 november 2023 een gunstig advies mits aanpassing. Deze gevraagde aanpassing gaat uit van een herbelegging terwijl dit hier niet het geval is. Dit werd via email duidelijk gemaakt aan het Bisdom. Anderzijds is er ook geen tijd meer om de documenten nog aan te passen.
Kerkfabriek Sint-Georgius voorziet 2.950 euro extra exploitatieontvangsten terwijl de exploitatie-uitgaven dalen met 750 euro. De gemeentelijke toelage daalt hierdoor met 3.700 euro tot 4.399,74 EUR. Het Bisdom gaf op op 23 november 2023 een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Jan voorziet 3.850 euro extra exploitatieontvangsten terwijl de exploitatie-uitgaven stijgen met hetzelfde bedrag (verhoogde uitgave voor nutsvoorzieningen). De gemeentelijke toelage blijft zoals ze was (18.563,21 euro). Het Bisdom gaf op op 23 november 2023 een gunstig advies.
Bevoegdheid en juridische grond
- het eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Financiële gevolgen
Deze beslissing kadert in actie 11.05.12 van het strategisch meerjarenplan 2020-2025.
Bijlagen
- coördinatierapport budgetwijzigingen 2023
- budgetwijziging 2023 van kerkfabriek Sint-Aldegondis met advies Bisdom
- budgetwijziging 2023 van kerkfabriek Sint-Amandus met advies Bisdom
- budgetwijziging 2023 van kerkfabriek Sint-Jan met advies Bisdom
- budgetwijziging 2023 van kerkfabriek Sint-Jozef met advies Bisdom
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad neemt akte van de gecoördineerd ingediende budgetwijzigingen 2023 van de kerkfabrieken Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius en Sint-Jan.
De gemeenteraad neemt akte van de gecoördineerd ingediende budgetten 2024 van Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius, Sint-Jan en Sint-Jozef.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Op 11 november 2023 diende het centraal kerkbestuur een gecoördineerd budget 2024 in. Deze bevat de budgetten opgemaakt door de kerkfabrieken Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius, Sint-Jan en Sint-Jozef.
Feiten, context en argumentatie
Tijdens het overleg tussen centraal kerkbestuur en gemeentebestuur Wingene van 11 september 2023 werd een gecoördineerd budget 2024 goedgekeurd waarbij de budgetten nog voorlopig waren.
De nu ingediende budgetten zijn nog steeds identiek of aangepast zoals gevraagd tijdens dat overleg en/of het advies van het Bisdom.
Kerkfabriek Sint-Aldegondis vraagt een gemeentelijke toelage van 52.071,83 euro, conform de laatste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. Bisdom Brugge gaf op 23 november 2023 een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Amandus vraagt een gemeentelijke toelage van 95.804,17 euro, wat 893,60 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 96.697,77 euro. Bisdom Brugge gaf op 23 november 2023 een gunstig advies mits aanpassing. Deze aanpassing gaat echter uit van het standpunt dat de belegging in de staatsbon van 2023 in 2024 zou worden herbelegd. Dit is tot op heden niet de bedoeling van de kerkfabriek.
Kerkfabriek Sint-Georgius vraagt een gemeentelijke toelage van 14.680,25 euro, wat 6.083,75 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 20.764,00 euro. Bisdom Brugge gaf op 23 november 2023 een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Jan vraagt een gemeentelijke toelage van 30.417,18 euro, wat 25,52 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 30.442,70 euro. Bisdom Brugge gaf op 23 november 2023 een gunstig advies.
Kerkfabriek Sint-Jozef vraagt een gemeentelijke toelage van 27.218,51 euro, wat 15.906,23 euro lager is dan de in het meerjarenplan voorziene exploitatietoelage van 43.124,74 euro. Bisdom Brugge gaf op 23 november 2023 een gunstig advies.
Alle kerkfabrieken samen vragen aldus een exploitatietoelage van 220.191,94 euro aan waar in hun meerjarenplan 243.101,04 euro was voorzien.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet van 7 mei 2004 over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikelen 46 tot en met 49
Financiële gevolgen
Deze beslissing kadert in actie 11.05.12 van het strategisch meerjarenplan 2020-2025.
Bijlagen
- coördinatiebudget 2024
- budget 2024 van kerkfabriek Sint-Aldegondis en advies Bisdom Brugge
- budget 2024 van kerkfabriek Sint-Amandus en advies Bisdom Brugge
- budget 2024 van kerkfabriek Sint-Georgius en advies Bisdom Brugge
- budget 2024 van kerkfabriek Sint-Jan en advies Bisdom Brugge
- budget 2024 van kerkfabriek Sint-Jozef en advies Bisdom Brugge
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad neemt akte van de gecoördineerd ingediende budgetten 2024 van Sint-Aldegondis, Sint-Amandus, Sint-Georgius, Sint-Jan en Sint-Jozef.
Na raadpleging van de verkooptarieven van het AGB, is het voorstel aan de gemeenteraad om de tussenkomst via prijssubsidie voor het jaar 2024 te bepalen op 20 euro excl. BTW per verkocht artikel.
Aanleiding en voorgeschiedenis
De raad van bestuur van het AGB stelde in zitting van 18 december 2023 de verkooptarieven voor haar activiteiten voor het jaar 2024 vast.
De gemeenteraad kan in deze verkooptarieven tussenkomen middels een prijssubsisie en op die manier maximumtarieven voor de uiteindelijke gebruikers opleggen. Het verschil tussen de verkooptarieven van het AGB en de maximumtarieven die de gemeenteraad oplegt, legt de gemeente op via prijssubsidies aan het AGB. bovenop de prijssubsidies betaalt de gemeente eveneens een BTW aandeel, volgens hetzelfde percentage dat van toepassing is op het verkochte artikel.
Feiten, context en argumentatie
Na raadpleging van de verkooptarieven van het AGB, is het voorstel aan de gemeenteraad om de tussenkomst via prijssubsidie voor het jaar 2024 te bepalen op 20 euro excl. BTW per verkocht artikel.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- de beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2016 betreffende de maximum gebruikstarieven sportinfrastructuur en verlenen prijssubsidie voor particulieren en verenigingen via derde betalersregeling aan het AGB Wingene
Bijlagen
- de beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2016 betreffende de maximum gebruikstarieven sportinfrastructuur en verlenen prijssubsidie voor particulieren en verenigingen via derde betalersregeling aan het AGB Wingene.
- verkooptarieven AGB 2024
Besluit
Artikel 1
De beslissing van de gemeenteraad van 25 april 2016, en latere wijzigingen, worden opgeheven vanaf 01/01/2024.
Artikel 2
Na raadpleging van de verkooptarieven van het AGB, is het voorstel aan de gemeenteraad om de tussenkomst via prijssubsidie voor het jaar 2024 te bepalen op 20 euro excl. BTW per verkocht artikel. De tarieflijst met maximumtarieven als bijlage bij dit agendapunt maakt integraal deel uit van deze beslissing.
De gemeenteraad stelt de verlenging van het subsidiereglement Hartveilige Gemeente vast van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Op 28 maart 2022 stelde de gemeenteraad het subsidiereglement 'Hartveilige Gemeente' vast. Dit reglement trad in werking op 1 april 2022 en geldt, behoudens vervanging, aanpassing of afschaffing, tot en met 31 december 2023. Voor de komende jaren moet het bestuur een standpunt innemen binnen het project 'Hartveilige Gemeente'.
Feiten, context en argumentatie
Volgens het subsidiereglement kunnen clubs of verenigingen die een opleiding 'Reanimeren en defibrilleren' organiseren i.s.m. het Rode Kruis of een AED met buitenkast aankopen, een subsidieaanvraag indienen. Het is in het belang van elke burger om te streven naar de aanwezigheid van AED-toestellen op openbare plaatsen, geplaatst volgens een spreidingsplan binnen de gemeente. In combinatie met een zo hoog mogelijke opleidingsgraad voor reanimatievaardigheden, kunnen we in noodsituaties levens redden.
1. AED-toestel
Een defibrillatie door middel van een AED kan snel door het eenvoudige gebruik van het toestel. Een snelle defibrillatie zorgt voor een grotere overlevingskans en een kleinere kans op blijvende schade.
Op grondgebied Wingene zijn momenteel 15 toestellen aanwezig, de locaties werden gekozen conform artikel 9 van het subsidiereglement, dat stelt: 'De locatie van een AED moet passen in het spreidingsplan. Er moet voldoende afstand zijn tussen 2 AED-locaties. Belangrijk hierbij is de snelheid waarmee de AED kan worden bereikt en minder de afstand. Er geldt een norm van maximum 6 minuten om een AED te kunnen halen en in gebruik te nemen'.
Een AED-toestel is niet goedkoop. Een subsidie van 1200 euro per toestel, zoals in het reglement opgenomen, verlaagt de drempel tot aankoop gevoelig. Sinds de start van het project 'Hartveilige gemeente' in 2022 werd 7200 euro aan subsidies uitgegeven.
2. Reanimatie
Naast de aanwezigheid van de AED-toestellen is het aantal mensen dat kan reanimeren minstens even belangrijk. Hoe meer mensen een opleiding volgen, hoe groter de kans dat er iemand in de buurt is op het moment dat er iemand hartproblemen krijgt. De reanimatievaardigheden vereisen onderhoud en training om de effectiviteit van de technieken te vergroten. Een jaarlijkse opleiding of bijscholing draagt bij tot de kwaliteit van een reanimatie.
Een volledige terugbetaling van de opleidingskost, zoals in het reglement opgenomen, verlaagt de drempel voor het kostenplaatje maximaal én vergroot het aantal opgeleide of bijgeschoolde mensen. Sinds de start van het project 'Hartveilige gemeente' in 2022 werd 786 euro aan subsidies uitgegeven.
3. Bewustwording
Het subsidiereglement zorgt voor een grotere bewustwording bij verenigingen over het belang van levensreddende technieken, zowel in de privésfeer als op openbaar terrein.
Rekening houdend met bovenstaande adviseert Team Sport een verlenging van het bestaande subsidiereglement tot en met 31 december 2026 en om hiervoor het jaarlijks budget aan te vullen met 2100 euro op MJP001844, voor de subsidiëring van 6 opleidingen (900 euro) en de aankoop van 1 extra toestel (1200 euro).
Bevoegdheid en juridische grond
- het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikels 56 en 57
- het gemeenteraadsbesluit van 28 maart 2022 over de vaststelling van het Subsidiereglement Hartveilige Gemeente
Financiële gevolgen
Deze beslissing kadert in de actie AC000347 01.01.01 'We ondersteunen organisaties die bijdragen aan de veiligheid van onze burgers' binnen het strategisch meerjarenplan 2020-2026.
De nodige kredieten zijn niet voorzien in het strategisch meerjarenplan 2020-2026, een verhoging van 2100 euro per jaar op MJP001844 is nodig voor het verlengen van het subsidiereglement.
Bijlagen
- subsidiereglement 'Hartveilige Gemeente' 2022
- subsidiereglement 'Hartveilige Gemeente' met addendum tot verlenging van het reglement, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 18 december 2023.
Besluit
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de verlenging van het subsidiereglement Hartveilige Gemeente vast van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Het college van burgemeester en schepenen heeft in 2021 beslist om het traject voor het behalen van het label kindvriendelijke gemeente op te starten. Een kindvriendelijke gemeente zet de kinderrechten om in concreet beleid dat kinderen en jongeren, en zo ook iedereen, ten goede komt.
Een kindvriendelijke gemeente streeft ernaar de principes uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) te realiseren. Het IVRK wordt algemeen beschouwd als het uitgangspunt en de toetssteen voor kindvriendelijkheid. Dit houdt vooreerst in dat een stad kinderen en jongeren erkent als medeburgers en zich tot doel stelt dit medeburgerschap verder te versterken. Kinderen en jongeren maken mee deel uit van de lokale samenleving. Ze hebben het recht om deze lokale samenleving mee vorm te geven en er invloed op uit te oefenen. De realisatie van het IVRK is in eerste instantie een opdracht van de overheid die het nodige beleid moet voeren om de rechten van kinderen en jongeren te realiseren. Daartoe dient zij een systeem op te zetten van basisvoorzieningen en structuren in onderwijs, mobiliteit, gezondheidszorg, vrijetijdsbesteding, ruimtelijke planning, justitie, welzijn, etc.
Een kindvriendelijke gemeente stelt zich tot doel een beleid te ontwikkelen dat kindvriendelijkheid niet vernauwt tot de klassieke beleidsdomeinen die rechtstreeks te
maken hebben met kinderen en jongeren, zoals de vrijetijdsbesteding, het onderwijs of de kinderopvang. Een kindvriendelijk beleid gaat evengoed over ruimtelijke planning, veilige verkeersinfrastructuur, de woonkwaliteit en de woonomgeving, een arbeidsmarktbeleid, etc.
Feiten, context en argumentatie
Een kindvriendelijk lokaal beleid vraagt met andere woorden een integrale oriëntatie op alle levensdomeinen die aan de belangen van kinderen en jongeren raken.
Onderzoekstraject
Om het traject tot het behalen van het label kindvriendelijke gemeente tot een goed einde te volbrengen, maakten we gebruik van een vooropgestelde toolkit in samenwerking met Bataljong, een ledenorganisatie van steden en gemeenten die volop inzet op sterk beleid voor jonge inwoners. Het onderzoekstraject is volledig uitgevoerd.
Naar aanleiding van de opmaak van het actieplan kindvriendelijke gemeente werden volgende stappen doorlopen:
- uitvoeren van een data-analyse bij de gemeentelijke diensten en organiseerden bevragingen bij volwassenen, tieners en kinderen om te komen tot vier prioritaire thema’s: mobiliteit, ontmoeting, mentaal welzijn en communicatie. Deze thema's werden gevalideerd door het college van burgemeester en schepenen op 5 december 2022.
- onderzoeken van de prioritaire thema’s aan de hand van verschillende belevingsonderzoeken. Daarbij werden de kleuters uit 8 kleuterklassen, 279 lagereschoolkinderen en 66 tieners bevraagd.
- betrekken van verschillende partners bij het onderzoek o.a. door het voorleggen van resultaten van de vragenlijsten aan het lokaal loket kinderopvang, de politie, de cultuurraad en de jeugdraad.
- organiseren van verschillende focusgroepen: de jeugdraad, de directie van de scholengroep en gemeentelijke diensten.
Team Jeugd ging op basis van bovenstaand onderzoek met alle diensten in gesprek om acties te formuleren. De concrete acties om Wingene kind- en jeugdvriendelijker te maken zullen worden opgenomen onder de verschillende beleidsdoelstellingen bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning 2026-2031.
Actieplan
Het strategisch actieplan is opgebouwd uit gedragen acties waarvoor we ons als gemeente willen engageren. De acties zijn gericht naar de volgende legislatuur 2026-2031 en bij de opmaak van het volgend meerjarenplan moet budget voorzien worden om de acties uit te rollen. De acties zijn in het bijzonder geschreven om een brede jeugdreflex te creëren en de gedragenheid van de acties te vergroten.
De projectgroep 'kindvriendelijk Wingene' blijft bestaan en zal samenkomen om de acties te evalueren, te sturen en de rapporterings- en besluitvormingslijnen te bewaken. Het is in de toekomst van belang dat in elk dossier de belangen voor kinderen en jongeren worden behartigd.
Jury
Na goedkeuring van de gemeenteraad op 18 december 2023 wordt een portfolio opgemaakt en ingediend samen met het actieplan bij de jury kindvriendelijke gemeente. Op 25 april 2024 zal het dossier van Wingene verdedigd worden voor een jury. Bij het behalen van het label volgt een officiële uitreiking door de Vlaams minister van Jeugd in juni 2024.
Label
Het label is in normale omstandigheden geldig voor de periode van 6 jaar. Echter heeft de jury laten weten dat het label telt voor gemeente Wingene en niet voor onze nieuwe fusiegemeente.
Daardoor zal het nodig zijn om in 2025 opnieuw op kleine schaal belevingsonderzoeken uit te voeren bij de kinderen in Ruiselede. Het volledige traject moet niet opnieuw worden doorlopen, maar aan de hand van een aangepast actieplan zal moeten worden aangetoond dat er rekening wordt gehouden met de nieuwe fusiegemeente.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 56§3 en 266.
- het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 houdende bepaling van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het gemeentelijk jeugdbeleid
- het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 25 mei 2021 waarbij opstart van het traject kindvriendelijke gemeente werd goedgekeurd.
Financiële gevolgen
Budget wordt voorzien bij de opmaak van het meerjarenplan 2026-2031.
Bijlagen
- visie- en strategische nota kindvriendelijke gemeente
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de visie- en strategische nota tot het behalen van het label kindvriendelijke gemeente goed.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de verder te nemen stappen goed om het label te behalen: opmaak portfolio, indienen dossier en verdediging voor de jury.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord om de visie- en strategische nota als basis mee te gebruiken bij opmaak van de strategische meerjarenplanning 2026-2031.
Artikel 4
De gemeenteraad gaat akkoord dat in de toekomst bij elk dossier over de beleidsdomeinen heen de belangen van kinderen en jongeren worden behartigd.
De gemeenteraad verleent een gedeeltelijk gunstig advies over de voorlopige vaststelling van Koevoet Wingene als watergevoelig openruimtegebied (WORG).
Aanleiding en voorgeschiedenis
Raadslid Nick Schotte neemt plaats in het publiek en neemt niet deel aan de stemming over dit agendapunt.
Op 13 oktober 2023 heeft de Vlaamse Regering 20 gebieden in de provincie West-Vlaanderen voorlopig aangeduid als watergevoelig openruimtegebied (WORG). Voor gemeente Wingene werd het signaalgebied Koevoet, gelegen tussen Hoogweg-Koolstraat-Beernemstraat-Heilig Sacramentstraat hierin vervat.
Het gemeentebestuur ontving een adviesvraag ter attentie van de gemeenteraad over de voorlopige aanduiding van Koevoet Wingene als WORG-gebied.
Feiten, context en argumentatie
Feiten en context
Op 12 maart 2018 hechtte de CIW haar goedkeuring aan een eerste voorstel voor de voorlopige aanduiding van de watergevoelige openruimtegebieden. Bij het voorstel werd vertrokken van de beslissingen van de Vlaamse Regering over de signaalgebieden en deze werden afgestemd met in tussentijd gekende evoluties en nieuwe inzichten van de waterbeheerders en andere betrokkenen.
Gebieden waar destijds op korte termijn de opmaak van een RUP door gemeente of provincie voorzien was, werden niet mee opgenomen in deze lijst. Hier lag het initiatief voor herbestemming op dat moment bij de plannende overheid.
Begin 2023 werd de procedure voor aanduiding van de watergevoelige gebieden opnieuw opgestart in functie van een definitieve aanduiding ervan, van zodra het Instrumentendecreet van 26 mei 2023 in voege is. Daarbij werd vastgesteld dat voor 18 gebieden waarvoor destijds de opmaak van een RUP voorzien was, nog geen herbestemming afgerond werd. De Vlaamse Regering neemt zich voor om deze 18 gebieden ook als watergevoelig openruimtegebied (WORG) aan te duiden om het bouwvrije karakter ervan te vrijwaren.
In het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2018 met de procedurebepalingen ten aanzien van de aanduiding van WORG is opgenomen dat aan het CBS van de gemeente waar het WORG gelegen is, voorafgaand aan de voorlopige aanduiding, advies wordt gevraagd.
Op 13 oktober 2023 heeft de Vlaamse Regering 20 gebieden in de provincie West-Vlaanderen voorlopig aangeduid als watergevoelig openruimtegebied. Voor gemeente Wingene werd het signaalgebied Koevoet, gelegen tussen Hoogweg-Koolstraat-Beernemstraat-Heilig Sacramentstraat hierin vervat.
Overeenkomstig het besluit van 15 juni 2018 vraagt CIW over de voorlopige aanduiding een advies aan de gemeenteraad.
De aanduiding als watergevoelig openruimtegebied brengt bouwbeperkingen met zich mee, zoals omschreven in art. 5.6.8, §3 van de VCRO
§ 3. Binnen de aangeduide watergevoelige openruimtegebieden zijn waterbeheer, natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg, landbouw en recreatie nevengeschikte functies.
Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht en de waterbeheersfunctie van het gebied niet worden overschreden, zijn alleen de volgende handelingen die nodig of nuttig zijn voor de functies, vermeld in het eerste lid, toegelaten:
1° het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied, waaronder sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 mØ, met uitsluiting van elke verblijfsaccommodatie;
2° het aanleggen, herstellen, heraanleggen of verplaatsen van openbare wegen en nutsleidingen. Openbare wegen en nutsleidingen kunnen aangelegd of verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het beheer van het landschap, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijk milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid;
3° het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het gebruik van het gebied voor landbouw of hobbylandbouw;
4° handelingen die nodig of nuttig zijn om overstromingen te beheersen of om wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden te voorkomen;
5° handelingen voor natuurbehoud en landschapszorg.
De mogelijkheden om af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften of om rekening te houden met ontwerpen van stedenbouwkundige voorschriften, vermeld in titel IV, hoofdstuk 4, zijn van overeenkomstige toepassing in de aldus aangeduide gebieden.
Art. 5.6.8, §4 van de VCRO heeft van rechtswege het verval tot gevolg voor ook een niet-vervallen verkavelingsvergunning of omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, alsook een principieel akkoord binnen deze afbakening.
Opbouw advies
De voorlopige aanduiding van het WORG Koevoet door de Vlaamse Regering heeft tot doel garanties in te bouwen tot definitief juridische duidelijkheid over het bouwvrije karakter. Deze voorlopige aanduiding staat daarbij in eerste instantie los van het verdere verloop van de gemeentelijke RUP-procedure en heeft op vandaag nog geen enkele bindende impact hierop. Zodoende blijft het initiatiefrecht tot opmaak van een gemeentelijk RUP behouden.
Pas bij een definitieve beslissing van de Vlaamse Regering (gepland voor begin 2024, na het openbaar onderzoek), zijn er juridische gevolgen. In het besluit tot voorlopige aanduiding wordt op vandaag verwezen naar het lopende initiatief tot opmaak van een gemeentelijk RUP en bij voorkeur is er na het openbaar onderzoek voor de WORG's voldoende inzicht op een definitieve goedkeuring van het gemeentelijk RUP opdat het gebied niet definitief als WORG dient te worden aangeduid.
Inhoudelijk resulteert de voorlopige aanduiding als WORG in dezelfde ambitie zoals opgenomen binnen het RUP Hoogweg-Koolstraat, zijnde het bouwvrije en waterbergend karakter van het signaalgebied langs de Ringbeek bestendigen op lange termijn.
Van belang is evenwel de vaststelling dat bij een aanduiding als WORG de harde bestemming komt te vervallen en desgevallend niet langer in rekening kan gebracht worden bij een planologische ruil. Voor het gemeentebestuur is het zodoende van belang dat de gemeentelijke RUP-procedure blijvend voorrang krijgt, ook na voorlopige vaststelling van het WORG. De huidige fase in de gemeentelijke procedure betreft het openbaar onderzoek en adviesvraag na de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad. Deze loopt van 23 oktober 2023 t.e.m. 22 december 2023. De daaropvolgende fase betreft de verwerking van de resultaten door de Gecoro en de definitieve vaststelling door de gemeenteraad.
Bevoegdheid en juridische grond
- het besluit van 15 juni 2018 van de Vlaamse Regering over nadere regels voor de aanduiding van watergevoelige openruimtegebieden
Bijlagen
- adviesvraag
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad verleent een gedeeltelijk gunstig advies over de voorlopige vaststelling van Koevoet Wingene als watergevoelig openruimtegebied (WORG).
Artikel 2
De gemeenteraad bevestigt daarbij de lopende opmaak van het gemeentelijk RUP Hoogweg-Koolstraat, waarin de bestendiging van het bouwvrije karakter en waterbergende vermogen voor Koevoet wordt opgenomen. De gemeenteraad wenst daarbij het initiatiefrecht van het gemeentebestuur te behouden.
Artikel 3
De gemeenteraad staat ongunstig tegenover het verval van de mogelijkheid tot planologische ruil ten gevolge van de aanduiding tot WORG, daar dit de ruimere planologische ambities van het gemeentelijk RUP Hoogweg-Koolstraat in de weg staat.
De gemeenteraad stemt in met de vooropgestelde principes inzake het afvalbeleid in de nieuwe fusiegemeente en machtigt het college om de verdere voorbereidende stappen te ondernemen richting de respectievelijke Raden van Bestuur van MIROM Roeselare en IVIO om een scenario uit te werken dat aan deze principes beantwoordt.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Ruiselede en Wingene zijn elk lid van verschillende afvalintercommunales, respectievelijk IVIO en MIROM Roeselare. Beide intercommunales hebben op bepaalde vlakken een gelijklopende werking, maar zijn op andere vlakken ook erg verschillend. De fusie Wingene-Ruiselede noopt beide gemeenten tot een strategische keuze voor een scenario voor het afvalbeleid dat voldoende vooruitziend is op lange termijn en tegelijk financieel draaglijk is. In de aanloop naar de definitieve beslissing tot fusie voerden de administraties en schepencolleges van Wingene en Ruiselede intensieve verkennende gesprekken met beide afvalintercommunales.
Op dit punt is een gezamenlijke intentieverklaring nodig van beide gemeenteraden, om een mandaat te geven aan beide colleges om de onderhandelingen verder concreet te kunnen voeren op niveau van de Raden van Bestuur en zodoende het meest geschikte scenario te kunnen uitwerken.
Feiten, context en argumentatie
Op basis van de financiële vergelijking van beide intercommunales bleek dat de kostprijs per inwoner (= de feitelijk operationele kost) bij MIROM Roeselare de helft bedraagt dan bij IVIO. Ten tweede is de huidige prijs van de restafvalzakken bij MIROM lager dan bij IVIO, al is dit geen garantie dat dit steeds zo zal blijven. MIROM Roeselare heeft ook duidelijk een sterkere financiële positie ten opzichte van IVIO. Niettegenstaande dat MIROM Roeselare een lagere kost betekent voor zijn vennoten slaagt deze intercommunale er al jaren in om het eigen vermogen en de reserves te laten groeien terwijl dit bij IVIO daalt. Dit is grotendeels te verklaren door de industriële activiteit van MIROM Roeselare, zijnde het verbranden van restafval met energierecuperatie gekoppeld aan de exploitatie en verdere uitbouw van een warmtenet. Een gevolg hiervan is ook dat de waarde van een aandeel bij MIROM Roeselare een stuk hoger ligt dan bij IVIO.
IVIO heeft voor de huis-aan-huisophaling een contract afgesloten met Ecowest 2.0. Dit contract loopt tot 31/12/2028. Bij vervroegde uittreding, dient een regeling getroffen te worden.
De regeling bij uitstap/instap dient verder besproken te worden met beide intercommunales en deze gesprekken kunnen pas formeel gebeuren nadat eerst een principiële keuze gemaakt wordt betreffende de intercommunale die de voorkeur geniet om bij aan te sluiten. Als gekozen wordt voor MIROM Roeselare dan sluit Wingene/Ruiselede aan bij een IC van 201.500 inwoners. Als gekozen wordt voor IVIO dan telt deze IC 136.000 inwoners. Meer inwoners betekent dat diverse algemene kosten verdeeld kunnen worden over meer inwoners.
Beide intercommunales werken voor de afvalinzameling van hun fracties met verschillende contractanten, met telkens een verschillende looptijd. Op vlak van beleid en dienstverlening zijn de verschillen niet zo groot. Op bepaalde punten is de inzet van MIROM Roeselare een stuk hoger (bv. communicatie, ondersteuning van milieuambtenaren, aanbod herbruikbare bekers) waardoor kan gesteld worden dat de lagere kost per inwoner bij MIROM Roeselare zich niet vertaalt in een lagere dienstverlening, wel integendeel.
Er is een fundamenteel verschil op vlak van de uitbating van de recyclageparken. MIROM Roeselare werkt al sinds 2013 uniform met het zogenaamde gewichtsdiftarsysteem volgens 3 kleuren (betalend, 1.000 kg vrijgesteld en volledig gratis), met weegbruggen en betaalzuilen. Bij IVIO worden de verschillende fracties ingezameld en hangt de betaling af van een inschatting van het volume (zonder weegbruggen). In het recente Lokaal Materialenplan van (2023) noemt OVAM gewichtsdiftar het meest effectieve en op termijn meest geschikte systeem voor afvalinzameling in de recyclageparken. In gemeenten met gewichtsdiftar wordt aanzienlijk minder huisvuil aangeboden dan in gemeenten met volumediftar (zie Lokaal Materialenplan). IVIO legt deze keuze aan de gemeenten voor in het aangekondigd nieuw ondernemingsplan. Ook zonder fusie zouden de noodzakelijke investeringen in infrastructuur in Ruiselede zich dus op korte termijn opdringen. In het recyclagepark van Zwevezele zijn de investeringen hiervoor reeds gebeurd. De vergelijking tussen het aantal betalende bezoeken (privé en KMO’s) en de inkomsten uit bezoeken aan de recyclageparken van Zwevezele en Ruiselede in 2022, toont aan dat de gemiddelde betaling bij een betalend bezoek bij gewichtsdiftar (systeem MIROM Roeselare) iets lager ligt in vergelijking met volumediftar.
Voor afvalintercommunales geldt in het regiodecreet een uitzondering op de referentieregio tot 2036. MIROM heeft een definitieve uitzondering op de referentieregio gekregen van de Vlaamse regering.
Op basis van deze verkennende analyse werden een aantal principes vooropgesteld om tot een onderhandeld voorkeurscenario te komen:
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 420, 421 en 422.
- de beslissing van de Vlaamse regering van 26 mei 2023 houdende goedkeuring van het ontwerp van Lokaal Materialenplan: uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval
- de gemeenteraadsbeslissingen van 19 oktober 2023 van de gemeente Ruiselede en van 23 oktober 2023 van de gemeente Wingene betreffende de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeente Ruiselede en de gemeente Wingene
Financiële gevolgen
Voor de investeringen in de infrastructuur van het recyclagepark in Ruiselede werd voor 2024 €250.000 voorzien in het strategisch meerjarenplan van de gemeente Ruiselede. Daarnaast moeten bij het overdragen van het recyclagepark van IVIO aan de gemeente, ook nog de niet-afgeschreven investeringen vergoed worden.
De regeling bij uitstap/instap, o.a. het aankopen van bijkomende aandelen bij MIROM Roeselare, dient verder besproken te worden met beide intercommunales.
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad stemt in met de vooropgestelde principes inzake het afvalbeleid in de nieuwe fusiegemeente:
Artikel 2
De gemeenteraad machtigt het college om de verdere voorbereidende stappen te ondernemen richting de respectievelijke Raden van Bestuur van MIROM Roeselare en IVIO om een scenario uit te werken dat aan hoger vermelde principes beantwoordt.
Artikel 3
Een gezamenlijk verzoek tot concretisering van dit besluit wordt overgemaakt aan MIROM Roeselare en IVIO, voor zover de gemeenteraad van Ruiselede instemt met artikelen 1 en 2.
De gemeenteraad keurt de geselecteerde haltes van het 'Masterplan Toegankelijke Haltes' goed.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Op 7 november 2022 ondertekende het college van burgemeester en schepenen het charter "Toegankelijke Haltes" en tekende in op het coachingstraject "Masterplan Toegankelijke Haltes" van Inter, in navolging van de gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2022.
Hiermee zet de gemeente Wingene zich in om haar bijdrage te leveren aan het Vlaams Masterplan Toegankelijkheid. Dat betekent dat de helft van de haltes van het kern- en aanvullend net van het openbaar vervoer langs gemeentewegen toegankelijk moet zijn tegen 2030. De Vlaamse overheid zorgt dat ook minimaal de helft van de haltes aan de gewestwegen dat zullen zijn.
De gemeente Wingene stelde een actieplan met een raming op om deze doelstelling - gefaseerd - te behalen tegen 2030. De gemeente kreeg daarvoor één jaar lang begeleiding van Inter, het Vlaams expertisecentrum voor toegankelijkheid en Universal Design.
De gemeenteraad moet dit actieplan goedkeuren om in aanmerking te komen voor de subsidies binnen het Masterplan Toegankelijke Haltes.
Feiten, context en argumentatie
Het Masterplan Toegankelijkheid dat Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters eind 2020 lanceerde, is opgenomen in het Vlaams regeerakkoord en kadert in de nieuwe Vlaamse mobiliteitsvisie van basisbereikbaarheid. Daarvoor is het nodig dat de haltes van het openbaar vervoer toegankelijk zijn. Dat vraagt een proactieve samenwerking met de lokale besturen. Die mogen daarvoor rekenen op financiële en inhoudelijke ondersteuning. Voor iedere bijkomende toegankelijke halte is er een subsidie van 5000 euro. De inhoudelijke ondersteuning krijgen de gemeenten van Inter, in de vorm van coaching en via het kennisplatform www.toegankelijkehaltes.be
Het Masterplan Toegankelijkheid heeft volgende doelstellingen:
De haltes waar enkel een belbus komt behoren niet tot het kernnet of het aanvullend net en moeten bijgevolg niet toegankelijk voorzien worden. Deze aanpassing van het Masterplan Toegankelijkheid werd meegedeeld op 28 augustus 2023 door de toegankelijkheidsexpert Mevr. Marieke Vanloocke (Inter). De belbushaltes komen dan ook niet in aanmerking voor de 50% haltes die dienen aangepakt te worden tegen 2030.
Om tegen 2030 minimaal de helft van de haltes langs gemeentewegen toegankelijk te maken, moet de gemeente Wingene de komende jaren in principe slechts 2 haltes aanpassen om te voldoen aan de doelstellingen van het Masterplan Toegankelijkheid.
Overzichtslijst geselecteerde haltes:
- Wingene dorp*: twee haltes
- Wingene De Beer: twee haltes
- Kortstraat: twee haltes
(*Wingene dorp worden meegenomen in kader van de omgevingsaanleg van het Vrijetijdscentrum)
De lijst in bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit.
De haltes 'Vervoer op Maat' (VOM) werden meegenomen in de screening:
- Doomkerke De Zande: één halte
- Wingene Sint-Eloois: één halte
- Wingene Sint-Jan: één halte
- Zwevezele Rick: één halte
Deze haltes komen niet in aanmerking voor subsidiëring in kader van dit Masterplan. Er is hiervoor eventueel wel een subsidie mogelijk binnen Hoppin.
Bevoegdheid en juridische grond
- het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
- het decreet betreffende de basisbereikbaarheid van 26 april 2019
Financiële gevolgen
Totaal raming voor de kernnet-haltes na subsidie: €56.400. (Met de VOM-haltes erbij is dit €114.000 - onder voorbehoud van eventuele Hoppin-subsidies)
De subsidie per halte op het kernnet of aanvullend net bedraagt € 5.000.
Momenteel is er slechts volgend budget voorzien voor vernieuwing en herstel van bushaltes:
Met het huidig voorzien budget kan 1 halte aangepakt worden in de huidige legislatuur. Om dit actieplan volledig te realiseren zal dus extra budget moeten voorzien worden in het SMJP 2026-2031.
Bijlagen
Besluit
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de geselecteerde haltes van het 'Masterplan Toegankelijke Haltes' goed. De haltes voor 'Vervoer op Maat' worden niet weerhouden.
Artikel 2
Het actieplan als bijlage maakt integraal deel uit van deze beslissing, d.w.z. met uitzondering van de haltes 'Vervoer op Maat'.
Aanleiding en voorgeschiedenis
Onze gemeente telt vele vrijwilligers en mantelzorgers. Mensen die zich onbaatzuchtig inzetten voor onze inwoners, verenigingen en lokale gemeenschap. Om onze vrijwilligers extra in de bloemetjes te zetten, stelt onze fractie de invoering van een voordelenkaart voor. Op deze manier kunnen we onze vrijwilligers, naast de bestaande initiatieven en premies, extra in de bloemetjes zetten voor hun inzet en maatschappelijk bijdrage.
Een voorbeeld van zo’n kaart vinden we terug in Brugge, daar hebben ze jaren geleden de Doe Goed Pas ingevoerd. De Doe Goed Pas is een kaart waarmee je korting kan krijgen bij verschillende organisaties, lokale handelaars en cultuurinitiatieven. Deze kortingskaart is er speciaal voor alle vrijwilligers en mantelzorgers.
Daarom stel ik u graag de volgende vragen:
Feiten, context en argumentatie
Raadslid Pieter-Jan Verhoye licht zijn mondelinge vraag toe.
Schepen van Welzijn, Tom Braet, antwoordt als volgt:
"Dank voor uw vraag. Natuurlijk staan wij als gemeente positief tegenover initiatieven die waardering uitspreken tegenover onze vrijwilligers en mantelzorgers. Ik denk dat onze historiek dat bewijst. U haalt het ook aan. Ik kan u zeggen dat we momenteel bezig zijn met een vrijwilligersbeleid uit te schrijven en te ontwikkelen, namelijk ook een nieuw mantelzorgbeleid. Het zijn 2 sporen die lopen. Het is de bedoeling om naar een geïntegreerd vrijwilligersbeleid te gaan. Het heeft nu geen zin om ad hoc zaken tussen te nemen of erbovenop te leggen. We gaan uit van een geïntegreerd verhaal van waardering. Op vandaag waarderen we al onze vrijwillige medewerkers alsook onze mantelzorgers. Er is ook nog de fusiecontext, we willen dat toch ook al een stukje gelijk schakelen: 'hoe gaan we om met mantelzorgers, vrijwilligers vanaf 2025?' Dus de pas zelf gaan we er nu niet tijdelijk bovenop leggen. Mogelijks krijgt dat een verhaal binnen 2-3 jaar, maar op heel korte termijn niet. Wat de stand van zaken van de Uitpas betreft, dit is een dossier dat zich op Midwest-niveau afspeelt. En dat is ook voor de volgende legislatuur."
Bevoegdheid en juridische grond
- het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad vastgesteld in zitting van 28 januari 2019 en laatst gewijzigd in zitting van 22 november 2021, artikel 29
Bijlagen
- mondelinge vraag
Aanleiding en voorgeschiedenis
Situatie in Wingene
Op het einde van het jaar is vuurwerk in onze gemeente uitzonderlijk toegelaten, maar het is wel verplicht om het afsteken van vuurwerk minstens 5 dagen op voorhand te melden.
In toepassing van het politiereglement voor de politiezone regio Tielt is het afsteken van vuurwerk in Wingene toegestaan tussen 31 december om 23.30 uur en 1 januari om 00.30 uur op voorwaarde dat dit gemeld wordt via dit meldingsformulier. Doe je melding minstens 5 dagen op voorhand. Wensballonnen zijn verboden wegens te groot brandgevaar.
Enkele redenen om het niet te doen:
Situatie in Vlaanderen : vuurwerkverbod in meer dan de helft van de Vlaamse gemeenten.
De Vzw Oscare, het nazorgcentrum voor mensen met brandwonden en littekens, heeft net zoals vorig jaar een bevraging gedaan bij steden en gemeenten. Al in meer dan de helft van de Vlaamse gemeenten zal het verboden zijn om zelf vuurwerk af te steken op oudejaarsavond, maar dat betekent ook dat in nog bijna de helft van de Vlaamse gemeenten vuurwerk afsteken met oudjaar wel nog toegestaan is. Het zijn de gemeentebesturen die beslissen. Zij kiezen ofwel voor een algemene toelating, dan mag iedereen, of voor een algemeen verbod: niemand mag, ook de gemeente zelf niet. En soms moet je individueel toestemming vragen aan de burgemeester.
Er zijn wel grote regionale verschillen: in West-Vlaanderen mag je in 78% van de gemeenten vuurwerk nog afschieten. Ter illustratie : In Pittem – Tielt – Ardooie – Torhout – Brugge mag het wel, in Oostkamp – Beernem – Zedelgem – Ichtegem – Bredene – Zuienkerke mag het niet.
in de provincie Antwerpen mag het maar in 23% van de gemeenten. Ook in Oost-Vlaanderen is er een verschil ten opzichte van vorig jaar : nu laten maar 36% van de gemeenten vuurwerk toe in plaats van 55% vorig jaar.
Wanneer het misgaat bij het afsteken van vuurwerk, kunnen de fysieke gevolgen zeer ernstig zijn. Daarnaast heeft vuurwerk ook een negatief effect op huisdieren, die een veel scherper gehoor hebben dan mensen.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de regelgeving al het strengst. Daar is bezit, vervoer en gebruik van vuurwerk in de openbare ruimte in de ruime eindejaarseriode al sinds twee jaar verboden op vraag van de politie en de brandweer. Steek je toch vuurwerk af waar het eigenlijk niet mag, dan riskeer je een GAS-boete. De vzw Oscare is vragende partij voor een algemeen verbod op vuurwerk dat afgestoken wordt door particulieren.
Fractie Burgerbelangen stelt volgende vragen:
1) Welk(e) argument(en) heeft het schepencollege doen beslissen om het afsteken van vuurwerk door particulieren op oudejaarsavond toe te laten?
2) Zijn er in het verleden ongevallen gebeurd in onze gemeente, ten gevolge van het afsteken van vuurwerk op oudejaarsavond? Zo ja, kunt u zeggen om hoeveel dergelijke ongevallen het gaat?
3) Hoe staat het schepencollege tegenover het standpunt van VVSG?
Het standpunt dat VVSG publiceerde op 12 december ’23 klinkt als volgt : “Wij blijven het standpunt van de meeste Vlaamse steden en gemeenten ondersteunen en streven naar een volledig verbod op vuurwerk voor particulieren. Het jaarlijkse gebruik ervan resulteert nog steeds in talrijke verwondingen, veroorzaakt schade aan het welzijn van dieren, draagt bij aan milieuverontreiniging en veroorzaakt overlast. Bovendien wordt vuurwerk steeds vaker misbruikt als een "wapen" tegen hulpdiensten, terwijl deze juist aanwezig zijn om letsels als gevolg van vuurwerk te behandelen. Dit moeten we duidelijk een halt toeroepen..
Voeg daar dan nog eens de moeilijkheden bij die lokale besturen en hun veiligheidsactoren ervaren bij de handhaving van de verkoop, vervoer, opslag en gebruik van de artikelen. Dan komen we toch bij het resultaat dat het gebruik van vuurwerk enkel voorbehouden is voor vakmensen met de nodige expertise. In afwachting van een Europese aanpak is er een nationaal totaalverbod nodig voor zowel de verkoop als het gebruik door particulieren.
Feiten, context en argumentatie
Raadslid Martine Devisscher licht haar mondelinge vraag toe.
Burgemeester Lieven Huys antwoordt als volgt:
"In Vlaanderen geldt sinds 2019 een algemeen vuurwerkverbod. Dit betekent dat het afsteken overal verboden is, tenzij gemeenten andere regels opstellen en een uitzondering maken op dit vuurwerkverbod.
In toepassing van het politiereglement voor de politiezone regio Tielt (éénparig goedgekeurd door deze gemeenteraad op 26/06/2017) geldt voor de 6 betrokken gemeenten dat vuurwerk enkel toegestaan wordt tussen 31 december 23u30 en 1 januari om 00u30. Voorwaarde is dat dit minstens 5 dagen op voorhand gemeld wordt. Deze info is terug te vinden op onze website, waar we terzelfder tijd waarschuwen voor mogelijke risico’s en meegeven dat een eindejaar ook feestelijk kan ingezet worden zonder vuurwerk.
Uit navraag bij de brandweer blijkt dat er zich in onze gemeente de voorbije jaren geen ongevallen hebben voorgedaan ten gevolge van het afsteken van vuurwerk. Niettemin is een volledig verbod op vuurwerk een steeds vaker terugkerende discussie. In december bezorgen Gaia, Vogelbescherming Vlaanderen en vzw Oscare alle gemeenten jaarlijks argumenten om het eindejaarsvuurwerk te verbieden. Vuurwerk toestaan of verbieden is een afweging tussen folklore, traditie en nostalgie enerzijds en (brand)veiligheid, milieu-impact en het voorkomen van dierenleed anderzijds. Een zelfde discussie doet zich bijvoorbeeld ook meer en meer voor over het al dan niet toelaten van confetti tijdens caravalfeesten.
De milieu-impact en risico’s van particulier vuurwerkgebruik zijn gelijkaardig over de gemeentegrenzen heen. We zijn daarom voorstander dat een beleidsbeslissing voor eventueel totaalverbod bovengemeentelijk wordt genomen."
Bevoegdheid en juridische grond
- het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad vastgesteld in zitting van 28 januari 2019 en laatst gewijzigd in zitting van 22 november 2021, artikel 29
Bijlagen
- mondelinge vraag
De voorzitter sluit de zitting op 18/12/2023 om 21:54.
Namens Gemeenteraad,
Jurgen Mestdagh
Algemeen directeur
Hendrik Verkest
Raadslid